Subnetting (12-10-2020)

CCNA1-ITN v7.0
Netwerken & Subnetting
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
ICT MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

CCNA1-ITN v7.0
Netwerken & Subnetting

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Binair rekenen
  • Herhaling IP-adressen
  • Binair rekenen
  • Herhaling hexadecimaal rekenen
  • Subnetting
  • Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Herhaling netwerken
Aan de hand van een aantal vragen het ophalen en testen van jullie kennis. 
Voor iedere vraag staat een timer ingesteld van 60 seconden.

Slide 3 - Diapositive

Aan elke Ethernet-netwerkinterface wordt tijdens de productie een fysiek adres, oftewel hardware-adres, toegewezen.
Dit adres staat ook wel bekend als het MAC-adres.

Waar staat deze afkorting voor?
A
Media accepting control
B
Maximum accepting control
C
Media acceptance control
D
Media access control

Slide 4 - Quiz

Op welke layer wordt een host op een netwerk aangesloten?
A
Core-layer
B
Network-layer
C
Distribution-layer
D
Access-layer

Slide 5 - Quiz

Welk protocol zal een host gebruiken om het MAC adres van een destination host te weten te komen?
A
FTP
B
SMTP
C
ARP
D
HTTP

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de afkorting ARP?
A
Access Remote Protocol
B
Alternative Remote Protocol
C
Access Resolution Protocol
D
Address Resolution Protocol

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de afkorting NIC?
A
Name Identifier Card
B
Network Interface Card
C
Name Interface Card
D
Network Internet Card

Slide 8 - Quiz

Om computers met elkaar te laten communiceren, moeten ze “dezelfde taal spreken”.

In computertermen noemen we deze gemeenschappelijke taal een…
A
Resolution
B
Node
C
Protocol
D
Subnetmask

Slide 9 - Quiz

Hoeveel bits zitten er in een IPv4 adres?
A
32
B
64
C
128
D
256

Slide 10 - Quiz

Welke twee delen kun je terug vinden in een IPv4 adres? (kies er twee)
A
subnet portion
B
network portion
C
logical portion
D
host portion

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het IP adres 172.17.4.250/24 ?
A
network address
B
multicast address
C
host address
D
broadcast address

Slide 12 - Quiz

Wat is het doel van het subnet mask in samenwerking met het IP adres?
A
to uniquely identify a host on a network
B
to identify whether the address is public or private
C
to determine the subnet to which the host belongs
D
to mask the IP address to outsiders

Slide 13 - Quiz

Een bericht wordt verstuurd naar alle hosts binnen het netwerk. Welk type adres gebruik je hiervoor?
A
limited broadcast
B
multicast
C
directed broadcast
D
unicast

Slide 14 - Quiz

Welke drie IP-adressen worden als privé adressen gebruikt?
A
10.1.1.1
B
172.32.5.2
C
172.16.4.4
D
192.168.5.5

Slide 15 - Quiz

IP-adressen
Activeren van de volgende kennis:
  • wat private IP-adressen zijn
  • welke 3 soorten private netwerken kun je benoemen met bijbehorende IP-ranges en subnetmaskers

Slide 16 - Diapositive

Private IP-adressen

Binnen deze ip-ranges zijn er een aantal reeksen aangemerkt als zijnde 'prive', dus voor gebruik op interne netwerken. Alle overige adressen zijn dus internetadressen.

Slide 17 - Diapositive

private-ip adressen met het bijbehorende subnetmasker
Klasse A: 10.0.0.0 /8 255.0.0.0 (16.777.216 hosts)

Klasse B: 172.16.0.0 /16    255.255.0.0 (65.536 hosts)

Klasse C: 192.168.1.0 /24    255.255.255.0 (254 hosts)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Herhaling hexadecimaal rekenen

Slide 20 - Diapositive

Hexadecimaal naar binair
..en andersom

Slide 21 - Diapositive

Zet om van hexadecimaal naar binair: BA1

Slide 22 - Question ouverte

Zet om van hexadecimaal naar binair 8E7

Slide 23 - Question ouverte

Zet om van hexadecimaal naar binair
C2D4

Slide 24 - Question ouverte

Welk deel van dit ipv6 adres is bestemd voor de host (zo kort mogelijk noteren)

3211:1010:0000:1234:ABCD:0000:0000:CAFE/64?
A
ABCD::CAFE
B
ABCD:0000:0000:CAFE
C
3211:1010::1234
D
3211:1010:0:1234

Slide 25 - Quiz

Subnetting

Slide 26 - Diapositive

Subnetwerken
Een manier om switches te helpen berichten op de juiste plaats te laten aankomen, is het gebruik van deel-netwerken. Door een groot netwerk onder te verdelen in verschillende delen kunnen een aantal voordelen worden behaald:

Slide 27 - Diapositive

Security
De verschillende (sub)netwerken worden door elkaar gescheiden door routers. Dit betekent dat al het verkeer bestemt voor een (sub)netwerk door één router moeten. Dit maakt de router de ideale plek om te controleren wat voor verkeer er langs komt. Ongewenste content kan gefilterd worden en er kunnen logfiles en analyses gemaakt worden.

Slide 28 - Diapositive

Subnetmask
Voordat routers duidelijk kunnen zien waar welk subnetverkeer naar toe moet, moeten ze kunnen zien aan het IP adres naar welk subnetwerk verkeer  toe moet. Dit kan kan duidelijk gemaakt worden aan de router door naar het eerste deel van het IP adres te kijken. Het eerste deel geeft dan aan welk subnetwerk er bedoeld wordt en het tweede deel welk machine in dat subnetwerk.

Slide 29 - Diapositive

Voor subnetten heb je de volgende kennis nodig:
Wat is het:
  • Subnet mask
  • network ID
  • broadcast ID

Slide 30 - Diapositive

Praktijkvoorbeeld
Je manager loopt naar je toe en geeft je het volgende netwerk ID: 192.168.4.0. Hij vraag aan je of je 3 aparte netwerken wil aanmaken voor het lunchcafé RijkBelegd! De subnetten zijn voor:
  • het kantoor
  • de kassa
  • free wifi voor in het café

Slide 31 - Diapositive

Maak de volgende opdrachten
  1. Het network ID van elk netwerk
  2. Subnetmask
  3. Host ID Range
  4. Aantal usable host ID's & broadcast ID's

Slide 32 - Diapositive

Stap 1 Maak een subnet tabel

Slide 33 - Diapositive

Welke subnet mask moet je hiervoor gebruiken?
A
/25
B
/26
C
/27
D
/29

Slide 34 - Quiz

Stap 2 192.168.4.0 met 3 subnets

Slide 35 - Diapositive

stap 3 Overzicht van de subnetten

Slide 36 - Diapositive

Verdiepingsvragen

Slide 37 - Diapositive

Als je nu met hetzelfde netwerk ID: 192.168.4.0 gebruikt, maar je moet 6 subnetten maken hoeveel subnets blijven ongebruikt?
(denk hier aan de tabel)
A
0
B
2
C
6
D
250

Slide 38 - Quiz

Welk subnet mask moet je voor 6 subnetten gebruiken?
A
/25
B
/26
C
/27
D
/29

Slide 39 - Quiz

ls je nu met netwerk ID: 125.23.200.128/25 gebruikt, en er wordt gevraagd om 4 subnets te maken, hoeveel subnets blijven ongebruikt?
(denk hier aan de tabel)
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 40 - Quiz

Als je nu met netwerk ID: 125.23.200.128/25 gebruikt, hoeveel host zijn er beschikbaar
(denk hier aan de tabel)
A
32
B
25
C
64
D
128

Slide 41 - Quiz

einde

Slide 42 - Diapositive