Etalages

Etalages
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Etalages

Slide 1 - Diapositive

Etalage
Etalage = de glazen displayruimte aan de buitenkant van een winkel
Stopkracht = attentiewaarde moet zo groot zijn dat de consument stopt om naar binnen te gaan
Etalage moet aan de volgende voorwaarde voldoen;​
  • Aandacht trekken​
  • Opvallen​
  • Stopkracht bezitten​
  • Actueel zijn​
  • Klanten binnenlokken en tot verkopen verleiden
  • Informatie geven (prijzen/aanbiedingen)

Slide 2 - Diapositive

Soorten etalages
1. Open etalage
2. Gesloten etalage
3. Halfgesloten etalage
4. Inloopwinkel Een inloopwinkel is een winkel die aan de voorkant uit alleen maar glas bestaat. Dit soort etalage is bedoeld om zo uitnodigend mogelijk te zijn

Slide 3 - Diapositive

Etalage
Gesloten etalage          Halfopen etalage         Open etalage            Inloopwinkel





Slide 4 - Diapositive

ETALAGEVORMEN
  • Gesloten etalage

  • Halfgesloten etalage

  • Open etalage
     

Slide 5 - Diapositive

Op het plaatje zie je een
A
Buitenpresentatie
B
Gesloten etalage
C
Half-open etalage
D
Open etalage

Slide 6 - Quiz

Wat is een kenmerk van een goed ingerichte etalage?
A
Toont producten die in de winkel te koop zijn
B
heeft een thema en veranderd vaak
C
is netjes en past bij het imago van de winkel
D
deze allemaal

Slide 7 - Quiz

Wat kan er misgaan als je de infuusvloeistof te snel laat inlopen?
A
Vochtophoping in de longen (longoedeem
B
Hartoverbelasting (hartfalen)
C
Elektrolytenstoornissen
D
Bloeddrukschommelingen

Slide 8 - Quiz

je loopt in de stad en stopt bij een etalage om te kijken, deze etalage heeft?
A
niks bijzonders
B
lelijke figuren
C
stopkracht
D
kooplust

Slide 9 - Quiz

Dit is een
A
open etalage
B
gesloten etalage
C
half open etalage

Slide 10 - Quiz

Dit is een:
A
Open etalage
B
Gesloten etalage

Slide 11 - Quiz

6. welke type etalage is dit?
A
hoeketalage
B
portieketalage
C
frontetalage
D
open etalage

Slide 12 - Quiz

Dit is een
A
open etalage
B
gesloten etalage
C
halfgesloten etalage

Slide 13 - Quiz

Van welke etalage is hier sprake?
A
Open etalage
B
Gesloten etalage

Slide 14 - Quiz

Welke soort etalage zie je op de foto?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
C
Half open etalage

Slide 15 - Quiz

Welke soort etalage zie je op de foto?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
C
Half open etalage

Slide 16 - Quiz

Welke soort etalage zie je op de foto?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
C
Half open etalage

Slide 17 - Quiz

Welke soort etalage zie je op de foto?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
C
Half open etalage

Slide 18 - Quiz

Op welke afbeelding
zie je een open etalage?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quiz

Van welke etalage is hier sprake?
A
half gesloten etalage
B
gesloten etalage
C
open etalage
D
geen etalage

Slide 20 - Quiz

Tegenwoordig hebben juweliers vaker een half-open of open etalage. Waarom zouden juweliers geen gesloten etalage meer hebben?
A
De verkoper kan beter contact maken met een eventuele klant en ze naar binnen lokken.
B
Mensen kunnen op deze manier beter zien wat er in de winkel allemaal te koop is.
C
Mensen willen tegenwoordig geen privacy meer als ze sieraden kopen.
D
Op deze manier is ook de privacy van criminelen weg en is het voor de juwelier veiliger.

Slide 21 - Quiz


A
Open etalage
B
Gesloten etalage
C
Halfgesloten etalage

Slide 22 - Quiz


A
Open etalage
B
Gesloten etalage
C
Halfgesloten etalage

Slide 23 - Quiz

Een etalage moet voldoen aan:
A
Aandacht trekken
B
Stopkracht bezitten
C
Actueel zijn
D
Alle artikelen die je verkoopt

Slide 24 - Quiz