Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Module groepsdynamica: regels en protocollen
Les 5:
Kwaliteit verbeteren
(en beoordelen)
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat protocollen en procedures zijn
Je onderzoekt deze lesweek welke protocollen er zijn op je stage en op welk onderdeel je een verbeterplan kan maken.
Slide 2 - Diapositive
Wie weet nog wat wij vorige week hebben gedaan?
Slide 3 - Sondage
Lesonderwerpen
Kwaliteit verbeteren, kwaliteitszorg en het verbeterplan, protocollen en standaardprocedures
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Functie
Bestaat uit
taken
bevoegdheden
verantwoordelijkheden
Arbeidsovereenkomst
Er is sprake van een gezagsverhouding
De werkgever betaalt loon
De werknemer verricht arbeid
CAO
Een overeenkomst tussen werkgevers (organisaties) en werknemersorganisaties waaraan iedereen in de sector zich aan moet houden.
Arbeidsovereenkomst
Arbeidscontract. Afgesproken regels tussen werkgever en medewerker.
Personeelsdossier
Verzameling van alle gegevens van een werknemer:
arbeidsovereenkomst
kopie identiteitsbewijs
kopie diploma's
VOG
verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken
Slide 6 - Diapositive
Noem een soort protocol
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Om welk protocol gaat het hier?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Over welk protocol gaat het hier? 1. splitsen van afval: glas en papier en plastic apart. 2. omtrent gebruik papier 3. laagzetten verwarming om een bepaald tijdstip. enz.
A
Veiligheidsprotocol
B
Huishoudelijk protocol
C
Protocol hygiëne
D
Milieuprotocol
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Wat zou een calimiteitenprotocol zijn?
timer
0:40
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Ben jij het eens met wat deze meneer zegt. Waarom wel/niet. Kies een 1 emoji die bij je mening past.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Sondage
Slide 18 - Diapositive
1. Iedere professionele instelling stelt voor verschillende ...............en................. ........................ op.
2. In een ................... staat welke handelingen je in welke volgorde moet uitvoeren. Er staat stap voor stap beschreven wat je in en bepaalde situatie moet doen.
3. ..................... zijn vaak gebaseerd op de visie en doelstellingen van de instelling en op wettelijke regelgeving. Het zijn dus uitwerkingen van beleid.
4. In veel gevallen hebben instanties in de protocollen ook procedures opgenomen. Procedures zijn dus een ................... van een protocol.
5. Een ................... geeft aan welke handelingen in welke volgorde moeten worden uitgevoerd.
6. Een ....................is een richtlijn die je volgt bij het werken. De richtlijn is precies omschreven, a.d.h.v. normen waaraan goede opvang, ondersteuning en begeleiding moet voldoen
situaties en bedrijfsprocessen protocollen
protocollen
(standaard-) procedure
procedure
onderdeel
protocol
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
WAT MOET ER OP DE STIPPELLIJN STAAN?
Een ...............................bevat ethische en praktische normen en beginselen die bij de uitoefening van het beroep gehanteerd moeten worden. Het gaat om gedragsregels die voorschrijven wat professionele pedagogisch medewerkers doen en laten tegenover klanten, collega’s en anderen. De ......................................vormt zo een leidraad voor het handelen en het gedrag tijdens de uitoefening van het beroep.
A
Arbo
B
beroepscode
C
protocol
D
CAO
Slide 22 - Quiz
timer
1:00
Wat zou een verbeterpunt kunnen zijn voor je stage?