3VM - NaSk2 4.2 Stoffen veranderen door ontleden

4.2 Stoffen veranderen door ontleden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

4.2 Stoffen veranderen door ontleden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Maar hoe                         verandert
water nu                           tijdens 
het                                    ontleden?

Slide 3 - Diapositive

Ontleden?
Het woord ontleden geeft al een beetje aan wat we er met scheikunde mee bedoelen:

ont·le·den (ontleedde, heeft ontleed)
1. in delen scheiden: een zin ontleden in zinsdelen ontbinden
2. de afzonderlijke delen onderzoeken

Slide 4 - Diapositive

Vorige les
Vorige les hebben we het gehad over verbrandingsreacties, ontledingsreacties en faseovergangen. 

Neem heel even de tijd om het verschil tussen die 3 weer even duidelijk te hebben. 

Slide 5 - Diapositive

Als iets verhit wordt zonder zuurstof is het dan een verbrandingsreactie of ontledingsreactie?
A
verbrandingsreactie
B
ontledingsreactie

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er als je papier verhit in een reageerbuis?
A
Fase-overgang
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Ontleding

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er als je papier verhit zonder dat het in een reageerbuis zit?
A
Fase-overgang
B
Scheiding
C
Verbranding
D
Ontleding

Slide 8 - Quiz

Het zuur worden van melk is een ...
A
Fase-overgang
B
Scheiding van een mengsel
C
Vorming van een mengsel
D
Chemische reactie

Slide 9 - Quiz

Roesten van een oude fiets is een ...
A
Fase-overgang
B
verbrandingsreactie
C
Vorming van een mengsel
D
ontledingsreactie

Slide 10 - Quiz

een ontleding is een....
A
reactie met zuurstof
B
reactie waarbij altijd energie nodig is
C
reactie waarbij uit meerdere stoffen één stof wordt gemaakt
D
reactie waarbij uit één stof meerdere stoffen worden gemaakt

Slide 11 - Quiz

Ontleding
Nu gaat het echt alleen over het ontleden van één stof hebben. 

Dus je begint met 1 stof, en achter de pijl worden het er meerdere:

Zilverchloride -> Zilver + Chloor


Slide 12 - Diapositive

Ontleden van water
Water bestaat uit watermoleculen. Deze moleculen kun je ontleden in Waterstof- en Zuurstofatomen.

Daarna kun je deze gassen gebruiken. Bekijk het volgende filmpje maar. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Ontleden van water
We zetten dit even in een reactieschema (in woorden)

Water -> Waterstof + Zuurstof

Op de volgende pagina zie je de reactievergelijking (in formuletaal, en kloppend (de juiste aantallen atomen en moleculen). 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe noem je de ontleding van water? (Kijk nog even terug naar het filmpje als je het niet meer weet)
A
Fotolyse
B
Elektrolyse
C
Thermolyse

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je het apparaat waarmee het water werd ontleed?
A
Toestel van Herman
B
Toetstel van Newton
C
Toetsel van Einstein
D
Toestel van Hoffman

Slide 18 - Quiz

Wat is de beginstof van het ontleden van water?
A
Water
B
Waterstof
C
Zuurstof
D
Elektriciteit

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de reactieproducten van het ontleden van water?
A
Water
B
Waterstof
C
Zuurstof
D
Elektriciteit

Slide 20 - Quiz

Ontleden
In de quizvraag kwam je net een aantal moeilijke namen tegen:

Fotolyse
Elektrolyse
Thermolyse

Dit zijn 3 methoden om stoffen te ontleden. 

Slide 21 - Diapositive

Thermolyse
  • Ontleding dmv warmte.
  • suiker (s) -> koolstof (s) + water (l) + gassen (g)

Slide 22 - Diapositive

Elektrolyse
Voor de elektrolyse van water maak je gebruik van het toestel van Hofmann. 


  • ontleding dmv elektriciteit



Slide 23 - Diapositive

Filmpje: fotolyse van zilverchloride


Schrijf op:
  • Waarnemingen voor en na de reactie met extra fel licht.



Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Fotolyse van zilverchloride
Voor: witte vaste stof
Na: met licht is het donkerder geworden.

Reactieschema: Zilverchloride --> zilver + chloor

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag
Maak nu van 4.2 de opdrachten online
17 t/m 24
door eerst goed de tekst te lezen en
dan de vraag te beantwoorden. 

Slide 27 - Diapositive