BS strong 3M perspectief oefening

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Perspectief en personages
Rara wie is het?
Rare wie kijkt er?
Je krijgt punten voor het raden, en punten voor geraden worden!

Slide 2 - Diapositive

let op: het antwoord heeft twee delen


Naam klasgenoot - Naam/woord perspectief
Dus:

Slide 3 - Diapositive

"Elke ochtend hetzelfde, ontbijtend met zijn koptelefoon op. Ik zit op de kast, wachtend om opgepakt te worden. Toen ze me kregen, zat ik in een kartonnen doos met frietjes en Mac Nuggets." Wie is het en wie kijkt er? Schrijf X - Y.

Slide 4 - Question ouverte

"Ze loopt naar beneden, jogging broek, trui, all stars in haar handen. Snel eet ze haar bakje kwark op. Dat ga ik zometeen lekker uitlikken. Ik spring op tafel en spin."

Slide 5 - Question ouverte

"Als je beneden komt is het maandagochtend 7:16 om precies te zijn. Ik houd dat altijd heel goed bij. Je broertje is superenergie en jij vindt dat irritant dus je reageert je boosheid op hem af."

Slide 6 - Question ouverte

"Hij strompelt naar beneden met zijn zure gezicht en gaat geirriteerd naast zijn irritante broertje zitten. Ik loop naar hem toe om aandacht te vragen en begin te miauwen. Geen enkele reactie."

Slide 7 - Question ouverte

"Daar zit hij weer, hartstikke moe, niet eens genoeg energie om mijn bonen bij te vullen."

Slide 8 - Question ouverte

"Vanuit de fruitmand tussen de andere appels zie ik haar zitten aan tafel met twee broodjes hagel. Ze heeft een tuinbroek aan en staart naar buiten. Even later loopt ze weg en ik zie haar nog snel twee gekleurde schoenen aan doen."

Slide 9 - Question ouverte

"Elke dag kijkt ze naar me om te zien of ze er wel goed uitziet. Ik hang al 5 jaar op haar kamer. Als ze me ooit naar de sloop brengt, breek ik zeker in 1000 kleine stukjes..."

Slide 10 - Question ouverte

"Ik verheug me erop dat ze snel komt voor het ontbijt want ik krijg altijd een stukje kaas. Ik sta op uit mijn blauwe mandje, loop naar haar toe en leg mijn kop op haar schoot. Haar bruine halflange haar hangt voor haar gezicht."

Slide 11 - Question ouverte

"Ze pakt haar telefoon en begint weer een heel lulverhaal tegen haar domme vriendinnen over hoe stom ik ben. Maar ze heeft geen reden om boos te zijn op mij, want ik heb haar geholpen om op tijd te komen."

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive