Twee gevolgen indien zoektocht naar identiteit niet goed verloopt:
A
identiteitsverwarring en foreclosure
B
identiteitsverwarring en exploratie
C
identiteitsverwarring en binding
D
identiteitsverwarring en risicovol gedrag
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
sociologie en psychologieSecundair onderwijs
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Twee gevolgen indien zoektocht naar identiteit niet goed verloopt:
A
identiteitsverwarring en foreclosure
B
identiteitsverwarring en exploratie
C
identiteitsverwarring en binding
D
identiteitsverwarring en risicovol gedrag
Slide 1 - Quiz
Exploratie en binding zijn beide nodig in de zoektocht naar je identiteit
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Geef een voorbeeld van foreclosure
Slide 3 - Question ouverte
'Interesse in seks en relaties'
Slide 4 - Carte mentale
Er zijn bepaalde omstandigheden waardoor jongeren extra onzeker kunnen worden op vlak van seks en relaties
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Yorre is extreem verdrietig want zijn vriendinnetje heeft het uitgemaakt. Dit is zowel een voorbeeld van 'stemmingswisselingen' als van 'egocentrisme'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Joke (15 jaar) zit aan tafel heel hard te lachen met haar broertje, ze kijkt even op haar gsm en begint plots super hard te wenen. Mama denkt dat ze de dokter moet bellen, want dit vindt ze niet normaal. Heeft ze gelijk?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Geef een voorbeeld van een persoonlijk domein (= zaken waar ze zelf over mogen beslissen)
Slide 8 - Carte mentale
Tieners hebben de neiging om zichzelf te onderschatten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
De tweede protestfase is:
A
vergelijkbaar met de koppigheidsfase van de peuter
B
gezond voor de ontwikkeling van de tiener
C
vergelijkbaar met verzet
D
alle voorgaande
Slide 10 - Quiz
Wat klopt voor de terreinhypothese:
A
ouders hebben een grote invloed op de kledingstijl van de tiener
B
vrienden hebben een grote invloed op beslissingen die in de toekomst liggen
C
ouders hebben een belangrijke invloed op de waarden van de tiener
D
alle voorgaande
Slide 11 - Quiz
Wat klopt voor de conflicthypothese:
A
Anou neemt afstand van haar ouders
B
Anou zegt niet dat ze een nul heeft voor S&P
C
Anou heeft dagelijks ruzie met haar ouders
D
Alle voorgaande
Slide 12 - Quiz
Plaats jij jezelf binnen het conformistische of het zelfbewust stadium?