Samenvatting - Voeding & Bewegen

Gezonde voeding
Keuzevak - Voeding & Bewegen - Samenvatting
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfsadministratieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Gezonde voeding
Keuzevak - Voeding & Bewegen - Samenvatting

Slide 1 - Diapositive

Verantwoord eten
- Je eet elke dag 1 stuk fruit;
- Je eet elke dag 200 gram groente;
- Je houdt rekening met je ecologische voetafdruk;
- Je eet voeding die bij het seizoen past;
- Je kiest voedsel met weinig verpakking;
- Je drinkt 1,5 of 2 liter water per dag. 

Slide 2 - Diapositive

Plantaardig
Dierlijk

Slide 3 - Question de remorquage

Verantwoord bewegen
- Elke dag 1 uur matig intensief bewegen
- Minder kans op hart en vaatziekten
- Minder kans op welvaartsziekten
- Ga helpen met het huishouden
- Ga op de fiets naar school
- Ga sporten bijv. fitness, buitensporten of bij een vereniging. 

Slide 4 - Diapositive

Groenten en fruit
Groenten = eetbare planten of delen van de plant



Fruit = de vrucht van een plant 


Slide 5 - Diapositive

Houtachtige plant:
Fruit komt van een houtachtige plant;
Blijvende gewassen;
Heeft takken (hout);



Kruidachtige plant:
Groenten komt van een kruidachtige plant;
Geen blijvende stengel (meestal groen);
De planten zijn 1 of 2 jarig.

Slide 6 - Diapositive

Pitfruit
Steenfruit
Exotisch fruit
Citrus fruit

Slide 7 - Question de remorquage

Onderdelen van een plant 
Wortel: de basis, haalt voeding en vocht uit de grond.

De stam: geeft stevigheid, vervoert voeding en vocht naar de overige delen

Bladeren: zorgen voor verdamping van het water

Bloemen: belangrijk voor de voortplanting

Vrucht: na de voortplanting ontstaat er een vrucht die meestal eetbaar is. 

Slide 8 - Diapositive

Genummerde hoofden (1,2 en 3)







1. Wat is een kas, leg uit!
2. In welke maanden kun je tomaten zaaien?
3. Geef drie voorbeelden van groenten die alleen in de volle grond gezaaid kunnen worden 
4. In welke twee maanden van het jaar wordt er niet gezaaid? 

Slide 9 - Diapositive

Voedingsmiddelen:
Alle producten die we eten of drinken

Voedingsstoffen:
In voedingsmiddelen zitten de voedingstoffen die je lichaam nodigt heeft om te functioneren

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn E-nummers?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom worden E-nummer toegevoegd aan eten?

Slide 12 - Question ouverte

Voedseltransport - Via de weg
Voordeel: je kan via de weg naar bijv. Frankrijk rijden en op de terugweg direct wat meenemen uit Frankrijk wat voor NL is. 







Nadeel: Als je niks terug meeneemt rijdt de wagen leeg, dat is zonde van het geld en slecht voor het milieu. 

Slide 13 - Diapositive

Voedseltransport - Via het water
Voordeel: Minst belastend voor het milieu en het goedkoopst







Nadeel: Het transport gaat minder snel en is daardoor minder geschikt voor bederfelijke producten 

Slide 14 - Diapositive

Voedseltransport - Via de lucht
Voordeel: Het is snel en kan lange afstanden overbruggen. Doordat het snel gaat kunnen bederfelijke producten worden vervoerd.  





Nadeel: Het is een dure en milieuonvriendelijke manier van vervoeren 

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent lokaal?

Slide 16 - Question ouverte

Welke product is gezonder? 

Slide 17 - Diapositive

Verschillende soorten keurmerken

  • Duurzaamheid
  • Dierenwelzijn
  • Eerlijke handel
  • Natuur en milieu
  • Gezondheid

Slide 18 - Diapositive

Acht tips voor gezond eten
1. Eet vers 
2. Kook zelf
3. Drink veel water
4. Minder suiker
5. Veel groenten en fruit
6. Veel vezels
7. Volg het seizoen
9. Meer plantaardig, minder dierlijk

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Jouw ecologische voetafdruk
Doe de test op:
www.voedingscentrum.nl/voedselafdruk

Slide 21 - Diapositive

Koken
Bakken
Roerbakken
Frituren
Stomen

Slide 22 - Question de remorquage