Argumenteren deel 1 (25162BLVM0A1) 03-12-2020

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit je hier nu?
A
Goed, ik heb er zin in vandaag
B
Beetje moe, maar heb er wel zin in vandaag
C
Mwa, gaat wel...
D
Heb er helemaal geen zin in vandaag

Slide 2 - Quiz

Leerdoelen
  • Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargument, en weerlegging.
  • Je leert welke soorten argumenten er zijn.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quiz

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 7 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Lien

Formuleer je eigen mening over de boete voor appen op de fiets. Onderbouw je mening met minimaal twee argumenten.

Slide 10 - Question ouverte

Soorten argumenten
Bekijk het filmpje over de verschillende soorten argumenten.
Noteer welke verschillende soorten argumenten in het filmpje aan bod komen. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
Oorzaak en gevolg
B
Overeenkomst
C
Voor- en nadelen
D
Voorbeelden

Slide 13 - Quiz

redenering
Redenering (argumentatie) = standpunt + argument(en)

In de volgende video wordt uitleg gegeven over de verschillende redeneringen die er zijn.
Noteer de vijf redeneringen die in het filmpje aan bod komen.
Je hebt ze daarna nodig in een opdracht.

Slide 14 - Diapositive

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Oorzaak en gevolg
B
Overeenkomst
C
Voor- en nadelen
D
Voorbeelden

Slide 15 - Quiz

Zondag met Lubach
Je bekijkt zo een aflevering van Zondag met Lubach over het legaliseren van xtc-pillen. 

Welke argumenten worden voor deze legalisering gegeven?
Wat voor soort redeneringen zijn het (op basis van voor- en nadelen, overeenkomst, kenmerk of eigenschap, oorzaak-gevolg, etc.)? Schrijf op!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers, hoogleraar medicatieveiligheid, moet xtc gelegaliseerd worden. Welke twee argumenten noemt hij? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Arjen Lubach gaat in op deze argumentatie en komt zelf ook met een ander argument. Welk argument is dat? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Slide 18 - Diapositive

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers is het legaliseren van xtc een goed idee, omdat we dan pillen krijgen die goed en zuiver zijn en waarvan we weten wat het is. Hierdoor kan er een goede voorlichting worden gegeven.
Het andere voordeel is dat we de criminaliteit de wind uit de zuilen nemen.
Argumentatie gebaseerd op voordelen (en nadelen)

Slide 19 - Diapositive

Wat vond je van de les?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive