Theorie Lezen 5 - 3HV

Nederlands - Week 3 
Honderden vedronken migranten 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands - Week 3 
Honderden vedronken migranten 

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • Huiswerkcontrole 
  • Herhalen leerstof leerjaar 1-3 
  • Feiten & meningen

Slide 2 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Lees de tekst grondig 
Onderstreep de hoofdzaken 
Noteer moeilijke/onbekende woorden en zoek de betekenis op 
Bedenk acht open vragen (wie/wat/waar/waarom/hoe) bij de tekst, incl. het antwoord.

Slide 3 - Diapositive

Oefenen met toetsvragen
Jullie gaan oefenen met toetsvragen over de tekst van deze week (huiswerk). Per vraag behandelen we kort de theorie, vervolgens beantwoord je de vraag op het bord. 

Slide 4 - Diapositive

Hoe lees je een tekst als je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.
A
Zoekend lezen
B
Scannend lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 5 - Quiz

Leesmanieren 
Zoekend lezen - Je wilt een geschikte tekst of bepaalde informatie vinden.
Grondig lezen - Je wilt echt begrijpen wat je leest en je wilt het
onthouden.
Ontspannend lezen - Je wilt gewoon lekker lezen.
Scannend lezen - Je wilt snel weten waar een tekst over gaat en of hij interessant is om te lezen.
Kritisch lezen - Je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.




Slide 6 - Diapositive

Welke onderdelen van een tekstgeraamte bestudeer je bij scannend / orienterend lezen?

Slide 7 - Question ouverte

Het tekstgeraamte
  • titel
  • illustraties (afbeeldingen, foto's, tekeningen)
  • inleiding
  • bron (waar komt de tekst vandaan)
  • tussenkopjes
  • tabel
  • begin van de alinea
  • eind van de alinea

Slide 8 - Diapositive

Lees alinea 2: "De aarden grafheuveltjes ... graven heeft geplant." Welk tekstverband maakt de schrijver aan het begin van deze alinea?

Slide 9 - Question ouverte

Lees alinea 2: "De aarden grafheuveltjes ... graven heeft geplant." Met welk signaalwoord maakt de schrijver het verband?

Slide 10 - Question ouverte

Lees alinea 4 en 5: "Marzoug, een gepensioneerde visser, ... tenminste elkaar nog.’" Met welk verband verbindt de schrijver deze alinea's?

Slide 11 - Question ouverte

Lees alinea 4 en 5: "Marzoug, een gepensioneerde visser, ... tenminste elkaar nog.’" Met welk signaalwoord doet hij dat?

Slide 12 - Question ouverte

Lees alinea 8: "De vissers in Zarzis ... zee moeten redden." Welk tekstverband maakt de schrijver met de ervaringen van de kapitein?

Slide 13 - Question ouverte

Lees alinea 8: "De vissers in Zarzis ... zee moeten redden." Met welk signaalwoord?

Slide 14 - Question ouverte