Les 12 - laatste les voor toets

Plattegrond




                                                                                  docent
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Plattegrond




                                                                                  docent

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij Economie in B2
Les 12
Oefenen voor de toets

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we deze les?

  • Start + welkom

  • Oefentoets bespreken


  • Quiztime!

Slide 3 - Diapositive

WELVAART
en
WELZIJN

Slide 4 - Diapositive

Koopgedrag
Je koopgedrag wordt bepaald door:
  • je persoonlijke smaak
  • reclame
  • de verkoper
  • vrienden en familie
  • budget

Slide 5 - Diapositive

Schaarste

Slide 6 - Diapositive

Leg begrippen uit!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive


Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 10 - Quiz


Het hebben van een huis is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte.

Slide 11 - Quiz


Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 12 - Quiz


Hoe rijker hoe welvarender.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz


Je hebt een nieuwe broek gekocht. Geld is een ...........
A
rekenmiddel
B
ruilmiddel
C
spaarmiddel

Slide 14 - Quiz

Je gaat naar de supermarkt en
koopt een frikandelbroodje.
Dit is ............
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 15 - Quiz


Een telefoonabonnement is een .......
A
dagelijkse uitgave
B
vaste laste
C
incidentele uitgave

Slide 16 - Quiz


Een vakantie is een .......
A
dagelijkse uitgave
B
vaste laste
C
incidentele uitgave

Slide 17 - Quiz


Een cadeautje voor je
vriend(in) is een
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 18 - Quiz


Een budget is ........
A
Een overzicht van alle inkomsten
B
Een overzicht van alle uitgaven
C
Geen van beide

Slide 19 - Quiz


Op welke uitgavepost kan je moeilijk bezuinigen?
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 20 - Quiz


Als je moet bezuinigen
gaat dat het best op ......
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 21 - Quiz


Als je wilt sparen, moet je minder uitgeven dan je budget toelaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz


De rente op een spaarrekening is HOGER dan de rente op een lening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Je spaart voor een vakantie.
Wat is je spaarmotief?
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente

Slide 24 - Quiz

De wasmachine is kapot en jullie kopen direct een nieuwe.
Wat is jouw leenmotief?
A
aanschaf duurzaam consumptiegoed
B
oplossen tijdelijk geldtekort
C
opvang van een calamiteit

Slide 25 - Quiz


Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt
B
Hoeveel producten je kunt kopen
C
Hoeveel spaargeld je hebt
D
Hoeveel Euro's je kunt uitgeven

Slide 26 - Quiz

Je krijgt 1% loonsverhoging.
De inflatie is 2%.
Met hoeveel procent stijgt of daalt jouw koopkracht?

Slide 27 - Carte mentale

In Economia heeft 85.591.793 inwoners.
Hoeveel miljoen inwoners heeft Economia?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Diapositive