H1 - alle begrippen

Welkom bij Economie in B2
Periode 1 - Geld
Alle begrippen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie in B2
Periode 1 - Geld
Alle begrippen

Slide 1 - Diapositive

Chartaal geld   -    giraal geld

Slide 2 - Diapositive

   Geldfuncties

Slide 3 - Diapositive

Directe ruil en 
indirecte ruil

Directe ruil
= product ruilen tegen ander product

Gebruik je geld om een product te 'ruilen', dan noem je dat indirecte ruil.
Directe ruil

Slide 4 - Diapositive

Behoeften:
mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.

Er zijn basisbehoeften (primaire behoeften) en luxebehoeften (secundaire behoeften). 

Slide 5 - Diapositive

Behoeften verschillen door
  • Budget (hoeveel heb je te besteden)
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Invloed van vrienden en klasgenoten
  • Invloed van familie
  • Invloed van reclame

Slide 6 - Diapositive

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 7 - Diapositive

Schaarste

Slide 8 - Diapositive

Schaarste
Om goederen te maken, gebruik je middelen. Dit noem je schaarste.

Schaars is in de economie dus niet hetzelfde als zeldzaam.

Slide 9 - Diapositive

Soorten inkomsten
  • Uit arbeid              salaris of loon

  • Uit bezit                  rente, pacht of huur

  • Uit overdracht     zonder tegenprestatie
                                          bijv. zakgeld of kinderbijslag

Slide 10 - Diapositive

Soorten uitgaven
  • Huishoudelijke uitgaven

  •  Vaste lasten

  •  Incidentele uitgaven

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

rol van de bank
Het geld wat gespaard wordt bij de bank, wordt weer uitgeleend. De bank betaalt de spaarders rente, en ontvangt van de leners rente. De rente die de bank ontvangt is hoger, zo verdient de bank geld.

Slide 13 - Diapositive

Leenmotieven
Een leenmotief is een reden waarom je leent.

Er zijn 4 leenmotieven:
  • aanschaf van dure consumptiegoederen (bijv. een auto)
  • aanschaf van onroerend goed (een huis)
  • opvangen van tijdelijk geldtekort
  •  je plotseling geld nodig (door een calamiteiten)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Koopgedrag
Je koopgedrag wordt bepaald door:
  • je persoonlijke smaak
  • reclame
  • de verkoper
  • vrienden en familie
  • budget

Slide 16 - Diapositive

Verschillende soorten reclame:
  • ideële reclame

  • commerciële reclame
  • merkreclame
  • informatieve reclame
  • sluikreclame

Slide 17 - Diapositive

Ideële reclame
Heeft als doel de mentaliteit en het gedrag van mensen te veranderen.
Ideële reclame gaat vaak over maatschappelijke problemen.

Slide 18 - Diapositive

Commerciële reclame
Bedoeld om te verleiden tot een aankoop.

Dit kan zijn:
- een informatieve reclame (info over het product);
- een merkreclame (vergroten naamsbekendheid).

Slide 19 - Diapositive

merkreclame

Slide 20 - Diapositive

informatieve reclame

Slide 21 - Diapositive

Wat doet de reclamecodecommissie?
De Reclame Code Commissie is een orgaan dat beoordeelt of reclame voldoet aan de Nederlandse Reclame Code. Iedereen die meent dat reclame in strijd is met de Reclame Code, kan bij de Reclame Code Commissie een klacht indienen.

Slide 22 - Diapositive