Ontwikkelingsfasen van een kind

Ontwikkelingsfasen van een kind

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je de kenmerken van de fysieke ontwikkeling tijdens de basisschoolleeftijd beschrijven. Aan het einde van de les kan je de aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen van 7 tot 12 jaar uitleggen. Aan het einde van de les kan je de cognitieve ontwikkelingen en veranderingen in deze levensfase benoemen. Aan het einde van de les kan je voorbeelden geven van hoe taalontwikkeling zich manifesteert bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Aan het einde van de les kan je de beginselen van seksuele ontwikkeling tijdens de basisschoolleeftijd verduidelijken.

Wat weet je al over de ontwikkelingsfasen van een kind?

Fysieke ontwikkeling

Kinderen groeien ongeveer 5 tot 6 centimeter per jaar. Jongens zijn doorgaans tot het tiende levensjaar groter dan meisjes, waarna meisjes een groeispurt doormaken. Rond de 12 jaar beginnen jongens weer in te halen.

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Kinderen leren zelfstandig te handelen, eigen meningen te vormen en te reflecteren op emoties. Ze leren ook omgaan met hun eigen emoties en die van anderen, en hoe ze relaties aangaan en onderhouden.

Cognitieve ontwikkeling

Kinderen zijn in staat tot decentreren, objectconservatie en ontwikkelen een beter kortetermijngeheugen. Ze leren ook het denken en probleemoplossend vermogen te ontwikkelen.

Taalontwikkeling

Kinderen breiden hun woordenschat uit en verbeteren hun grammatica en spelling. Ze ontwikkelen ook de vaardigheid in het gebruik van taal.

Seksuele ontwikkeling

Kinderen beginnen fysiek contact en verliefdheden te ervaren en stellen vragen over seksualiteit.

Definitielijst

Fysieke ontwikkeling: De groei en veranderingen in het lichaam van een kind tijdens de basisschoolleeftijd. Sociaal-emotionele ontwikkeling: Het proces waarbij kinderen leren omgaan met hun eigen emoties en die van anderen, en hoe ze relaties aangaan en onderhouden. Cognitieve ontwikkeling: De ontwikkeling van het denken, het probleemoplossend vermogen en de kennis van de wereld van een kind. Taalontwikkeling: De uitbreiding van de woordenschat, verbetering van de grammatica en de vaardigheid in het gebruik van taal. Seksuele ontwikkeling: Het proces waarin kinderen bewust worden van hun lichaam, emoties en relaties in een seksuele context.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.