H8.1 en H8.2

H8 Geluid
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H8 Geluid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

  • H8.1 Geluid is overal
  • H.2 De oscilloscoop


Kijk in de notitie,
voor extra info

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H8.1 Geluid is overal

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit deel van een
luidspreker?
A
AUX
B
conus
C
toon
D
kolom

Slide 4 - Quiz

De conus is het trillende deel in de speaker (luidspreker). 
De conus heeft een kegel vorm.

Als de conus snel op en neer beweegt, gaat de lucht rondom de conus bewegen. Deze bewegende lucht, trillende lucht, is het geluid.
Als je praat of zingt trillen je ...?
A
snaren
B
klankkasten
C
stembanden
D
pinken

Slide 5 - Quiz

Als je praat, gaat de lucht vanuit de longen langs de stembanden af. Door de stembanden te laten trillen (praten) gaat de lucht rondom de stembanden ook trillen. 
De trillende lucht is het geluid.
Wat doet de klankkast
met het geluid van een
instrument?
A
verzwakken
B
hoger maken
C
lager maken
D
versterken

Slide 6 - Quiz

De klankkast, is een ombouwing van een instrument. Dit is vaak van hout gemaakt. 

De klankkast zorgt ervoor dat het geluid dat je hoort wordt versterkt. Hierdoor gaat het harder klinken. 
Het oor
  • trommelvlies
  • gehoorbeentjes
  • slakkenhuis
  • gehoorzenuw

Slide 7 - Diapositive

De trillende lucht (het geluid) komt in de gehoorgang. In de gehoorgang botst de trillende lucht tegen je trommelvlies.

Hierdoor gaat het trommelvlies trillen. Het trommelvlies laat de gehoorbeentjes bewegen. Het laatste gehoorbeentje geeft de trilling door aan het slakkenhuis. En in het slakkenhuis zit de gehoorzenuw. De gehoorzenus geeft het door aan de hersenen.
Harde en zachte geluiden
  • Geluidssterkte
  • decibel
  • dB
  • decibel-meter

Slide 8 - Diapositive

Hoe hard geluid is, noem je de geluidssterkte (volume). De eenheid van geluidssterkte is decibel. Het symbool/ afkorting voor decibel is dB (let op: kleine d grote B). 

Je meet de geluidssterkte met een decibel-meter. (rechter afbeelding)
Grenzen
  • Gehoordrempel
  • pijngrens 

Slide 9 - Diapositive

Gehoordrempel:
Het geluid dat je nog net kunt horen.

Pijngrens:
harder dan dit? Dan begint het geluid zeer te doen.
H8.2 De oscilloscoop

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

proef oscilloscoop

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tonen
  • Hoge toon
  • Scherp geluid 


  • Lage toon
  • zoemend geluid

Slide 12 - Diapositive

Geluid heeft een toon. 
Met toon bedoelen we hoe scherp een geluid klinkt.

Een hoge toon, zorgt voor een scherp geluid. Zoals bij een fluit, of het krassen van je mes over je bord.

Een lage toon, zorgt voor een zoemend (brommend) geluid.
Bijvoorbeeld wanneer een mug langs je oren vliegt als je probeert te slapen.
Trilling

Slide 13 - Diapositive

Geluid is trillende lucht.
Deze trilling kun je zichtbaar maken. 

Bij de stemvork kun je dit doen, door er een krashaakje aan vast te maken. Deze laat je dan op een drukpapiertje krassen. Je kunt dan de trilling zien.

Je kunt dat alleen niet met alles doen. Daarvoor gebruik je de oscilloscoop. Deze maakt van de trilling een beeld.
amplitude
  • amplitude
  • geluidssterkte en amplitude

Slide 14 - Diapositive

Amplitude
De hoogte van de golf.

Hoe harder het geluid, hoe hoger de golf.
Toon
  • hoge toon
  • 'smalle' golven


  •  lage toon
  • 'brede' golf

Slide 15 - Diapositive

Het aantal golven geeft de toon aan.

Veel golfjes zijn smaller, dan is de toon hoger (scherp).

Weinig golfjes, dan is de toon lager (zoemend).
Opdrachten
Verslag PO:     15-6-'21

Huiswerk:
H8.1 en H8.2

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool/ afkorting van decibel?
A
dB
B
Db
C
db
D
DB

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een ander woord voor geluidssterkte is?
A
frequentie
B
toon
C
volume
D
pijngrens

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen met een oscilloscoop?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions