Voorbereiding pw hf 1 + 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

welkom bij Nederlands

mw. Gemici

Voorbereiding pw H1 H2

Deze les

- herhaling theorie

- extra oefenen met moeilijke opdrachten

-plannen proefwerk volgende week 18 december

Zinnen ontleden

Stappenplan

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

De ouders van Stan hebben een nieuw huis gekocht.

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

De ouders van Stan hebben een nieuw huis gekocht.

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

De ouders van Stan hebben een nieuw huis gekocht.

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

4. Benoem het onderwerp

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

4. Benoem het onderwerp

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

4. Benoem het onderwerp

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

Zinnen ontleden

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet zinsdeelstrepen

3. Benoem het werkwoordelijk gezegde

4. Benoem het onderwerp

5. Benoem het lijdend voorwerp

l De ouders van Stan l hebben l een nieuw huis l gekocht. l

 
De pv ziet er in de tegenwoordige tijd zo uit: 

enkelvoud ik-vorm                   ik loop, loop ik? loop jij?

enkelvoud ik-vorm+ t             jij/u loopt, hij/zij/het loopt

meervoud

hele werkwoord                  wij lopen, jullie lopen, zij lopen

Cas ............morgen 15.

1. word
2. wort
3. wordt
4. worden

De PV is altijd een werkwoord

1. juist
2. onjuist

Persoonsvorm in de verleden tijd (zwakke ww'en)

EV

mv

ik -vorm + te / de

ik -vorm + ten / den

Ik .......... een taart voor zijn verjaardag

1. maak
2. maakt
3. maakdt
4. maken

lachen - lach              

                                 de h staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten

                            

Staat de laatste letter van de stam in

't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Let op !

Het is nu belangrijk om eerst naar de stam  te kijken

1. hele werkwoord verhuizen -en  = stam : verhuizen
2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
3. dus de(n)
4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Mijn broer (kleden) ..... zich aan.

1. kleed
2. kleedt
3. kleette
4. kleedde

Hij (fietsen) ...... naar huis.

1. fietstte
2. fietsde
3. fietste
4. fietsten

Toen hij het winnende doelpunt maakte, ........ het publiek

1. juigde
2. juichde
3. juigte
4. juichte

Toen de afspraak uitliep, ...... Flip de laatste trein

1. miste
2. mistte
3. misde
4. misdte

Hij heeft zich (verkleden) ..... snel.

1. verkleed
2. verkleed
3. verkleedt
4. verkleet

Zwakke en sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen van klank.

Zwakke werkwoorden niet. 

Bij een sterk werkwoord...

1. blijft de klank hetzelfde
2. verandert de klank

Wat is een sterk werkwoord?

1. slapen
2. werken
3. branden
4. fietsen

Wat is een sterk werkwoord?

1. schilderen
2. roepen

een sterk werkwoord...

1. verandert in tt van vorm
2. heeft altijd -dd in vt
3. heeft altijd -dt
4. verandert in vt van klank