Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je wat een mondeling is.
Aan het einde van de les weet je aan wat je moet doen voor je mondeling.
Slide 3 - Diapositive
Mondeling
Individueel houd je je pitch/mondeling.
De pitch/mondeling is voor de klas en zal 3 tot 4 minuten duren.
Twee boeken komen hierin aan bod.
Het boek dat je hebt gelezen voor poëzie en het boek dat je leest in periode 2.
Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat:
Je de boeken uit P1 en P2 goedkent.
Je de theorie kunt toepassen op de verschillende verhalen en dat je de verschillen kunt benoemen.
Slide 4 - Diapositive
Pitch/mondeling twee boeken
De presentatie duurt in totaal 3 tot 5 minuten.
Bereid de pitch goed voor! Bedenk wat jij vond van de boeken en wat belangrijke punten zijn om te noemen tijdens de presentatie. Vul vervolgens het spreekplan in.
Lever het spreekplan voor de presentatie in bij de docent.
Wat in ieder geval in de pitch van 3 tot 5 minuten moet zitten:
Een pakkende inleiding
De belangrijkste elementen uit de boeken; zoals het verhaal, de spanning, de belangrijkste personages, tijd en ruimte, realisme, vertelperspectief, verteltempo, verhaalbegin en verhaaleinde, thema, moraal, motief en leidmotief moeten worden genoemd.
Minstens 3 op de SEXI-manier onderbouwde beoordelingswoorden, met verwijzingen naar het boek.
Een helder slot met een leesadvies en een mooie slotzin uit één van je boeken.
Buiten de 3 tot 5 minuten: voor of na de presentatie iets origineels en verrassends dat goed past bij het gelezen boek! Denk bijvoorbeeld aan een poster of een tekening.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Objectief argument
Feitelijk argument, dat bewezen/gecontroleerd kan worden. Bijvoorbeeld:
Wat de schrijver(s) over de boeken zeggen.
Een voorbeeld uit een hoofdstuk van het boek.
Prijzen die het boek heeft gewonnen.
Een ranglijst waarbij het boek hoog in de top 10 staat.
Slide 7 - Diapositive
Subjectief argument
Eigen ervaring met de gelezen boeken.
Leeservaringen gevonden op internet/gehoord van klasgenoten.
Personages, thema’s of gebeurtenissen die beter zijn uitgewerkt in het ene boek dan in het andere boek.
Beoordeling van een website, zoals Lezen voor de Lijst
