les 3 thema 2 (ma)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

-Terugblik doelen vorige week.   

-Uitleg nieuwe doelen.
-Opdrachten maken

-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Wat weet je nog

Kun je de volgende schema's invullen?

Water dient ook voor het vervoer van stoffen (transportstof), veel stoffen zijn opgelost in water, ook bloed bestaat voor een groot deel uit water. 

De leerdoelen voor deze week: 

-Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.

-Je weet hoe je een practicumverslag moet maken.

Practicumregels

1) De onderzoeksvraag

2) De Hypothese

3) Wat ga ik doen
4) Wat heb ik nodig

5) Wat neem ik waar

6) Welke conclusie kan ik trekken

Datum

Titel

Naam

Neem dit eerst over in je schrift.

Volgende week gaan we een echt practicum doen.

En daar maakt je een verslag van voor een cijfer.

Rechts boven.

Datum

Titel ...

Je eigen naam

1) Wat wil ik onderzoeken?

Noteer hier  je onderzoeksvraag.

Wie kan een onderzoeks vraag verzinnen (als voorbeeld?)

2) De hypothese.

Noteer hier  wat je denkt dat de uitkomst van je onderzoek  zal zijn.
Dus wat verwacht je.....

3) Wat heb ik nodig
4) Wat ga ik doen

Noteer hier je werkplan en materialen die je daarvoor nodig hebt. Deze volgorde hang van het onderzoek af.

Als dit al in het boek staat mag je noteren: Zie boek.
(want de proef van volgende week hoef je niet zelf te verzinnen).

5) Wat neem ik waar

Noteer hier wat je waarneemt (ziet, hoort, meet, proeft etc)

Dat geef je vaak weer in tabellen en/of  grafieken.

Wat is het verschil tussen een tabel en een grafiek?

6) Welke conclusie kan ik trekken?

Hier noteer je wat je hebt geleerd van de waarneming;

En schrijf ook of je hypothese (verwachting) klopte of dat je er  (veel of weinig) naast zat.

Indicator

Welke indicator kennen we om koolstofdioxide mee aan te tonen?

En om zetmeel aan te tonen?

De andere leerdoelen: 

-Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.

-Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.

-Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

-Je kunt de functie van de verteringssappen en enzymen beschrijven. 

Het verteringsstelsel

-Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.

Voedsel blijft in het mond-anus kanaal; het darmkanaal.

Opname van nuttige stoffen (voedingsstoffen) in de darmen,

rest verlaat lichaam (ontlasting).

-Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.

Vertering

Vertering is het kleiner maken van voedingsmiddelen/stoffen zodat ze door de darmwand heen kunnen worden opgenomen in het bloed.

Dit gebeurt mechanisch:

- kauwen (mond)

- kneden (maag/darmen)

En chemisch:

- gal

- enzymen

Te groot om op te nemen

• Eiwitten
• (de meeste) Koolhydraten
• Vetten

Kan het bloed meteen in:

• Glucose
• Mineralen
• Vitaminen
• Water

Darmen nemen alle voedingsstoffen uit eten op.  

Niet alles past door de wand, wat niet past moet worden verteerd.

-Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.

Vertering

-Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie. 

Verteringssappen moeten het eten goed kunnen verteren

Klein kauwen maakt oppervlak groter

-Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie. 

Kroon

Wortel

Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven. 

Verteringssappen

Verteringssappen helpen bij het chemisch verkleinen van de voedingsstoffen tot verteringsproducten. 

Verteringssappen bevatten enzymen.

Enzymen versnellen een chemische reactie zonder daarbij zelf te veranderen.  

Niet elk enzym past op elke voedingsstof. ze hebben dus specifieke functies. (Sleutel-slot principe).

De verteringssappen worden in verteringsklieren gemaakt: speekselklieren-maagsapklieren-lever-alvleesklier-darmklieren

-Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven. 

De beweging in het gehele darmkanaal noemen we darmperistaltiek. 
Voedingsvezels bevorderen de darmperistaltiek. 

Functies:
-Voedsel verplaatsen van mond naar ...
(Maar kan ook andersom)

-Voedsel  kneden en vermengen met spijsverteringssappen

00:01-00:05

Darmperistaltiek

Eten gaat door allerlei 'buizen'

• Slokdarm
• Dunne darm
• Dikke darm

Darmperistaltiek = spierbewegingen die eten door de darmen heen duwen

00:06-00:16

Darmperistatiek van de dikke darm

Leerdoelen:

-Je kunt zetmeel aantonen met een indicator.

-Practicumverslag maken.

-Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen. 

-Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie. 

-Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

Kun je bereiken door:

-Te lezen / bestuderen: de tekst van B3 en 4 van thema 2.

-Te maken: thema 2 basisstof 3 (2.3 en 2.4). 

-De antwoorden van de opdrachten te controleren.

-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Afsluiting.

Volgende les verder met thema 2. (Boek A)

Extra uitleg nodig?        Meer weten?

Herhaling/extra uitleg

Biologiepagina uitleg

Biologiepagina oefenen

Klokhuis: enzymen

Biobits spijsvertering

Voedselbederf

Planten-, vlees- en alleseters

Hoe ontstaat een scheet

Meer weten?

Voedingscentrum (website)

Eetstoornissen (video)
Er was eens "spijsvert...."(tekenfilm)

Er was eens "gebit" (tekenfilm)

Obesitas (website)

vegetariërsbond (website)

Zondag met Lubach (over vlees en het milieu (15 minuten))

Kweekvlees (video)

E-nummers

Pak nu je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.