CBRN

Ga naar http://lessonup.app en vul deze code in:
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBO

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ga naar http://lessonup.app en vul deze code in:

Slide 1 - Diapositive

CBRN

Slide 2 - Diapositive

Plaats hier je Energizer

Slide 3 - Carte mentale

Situatie
Je bent op missie. Je bent samen met je groep een gebouw aan het beveiligen waarvan men
vermoedt dat er illegale wapens opgeslagen liggen. Je commandant vraagt aan jou om samen met je
buddy het gebouw te doorzoeken. Jullie gaan naar binnen en betreden daar een afgesloten ruimte waar allemaal vaten in staan. Na een paar minuten beginnen je ogen te prikkelen en loopt er vocht uit je neus. Wat nu?

Slide 4 - Diapositive

Resultaat
  • Je kunt aan de kleur van de detectiesticker zien welke reactiedrill je moet toepassen. 
  • Je kunt vertellen waar je chemische-, biologische-, radiologische- en nucleaire middelen aan kunt
    herkennen.

Slide 5 - Diapositive

Wat hebben we tot nu toe allemaal behandeld over CBRN?

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
  • Maak buddyparen
  • De vragen eerst individueel beantwoorden en vervolgens met elkaar vergelijken. Daarna tot een gezamenlijk antwoord komen.
  • Informatie is te vinden in  JDP 3.8.3.1 CBRN Basic.
  • Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor.
  • Aansluitend bespreken we het klassikaal.

Slide 7 - Diapositive

Vragen
1 Welke twee soorten chemische middelen onderscheiden we?
2 Welke soorten chemische strijdmiddelen kennen we?
3 Welke reactiedrill moet je toepassen als de detectiesticker na aanraking met een vloeistof
blauw/groen tot zwart verkleurt?
4 Welke reactiedrill moet je toepassen als de detectiesticker na aanraking met een vloeistof
rood verkleurt?
5 Welke persoonlijke reactiedrill moet je toepassen als je buddy aangeeft dat zijn zicht
verduistert; je ziet dat zijn pupillen heel klein worden, zijn neus begint te lopen en je ziet
spiertrillingen? Het detectiepapier geeft geen verkleuring.
6 Wat zijn mogelijke verschijnselen bij een radiologisch middel?

Slide 8 - Diapositive

Vragen
7 Wanneer moet je het ‘AAT-principe‘ toepassen?
8 Wat is het belangrijkste preventieve beschermingsmiddel tegen een biologisch middel?
9 Noteer vier soorten kernwapenexplosies.
10 Noteer vijf mogelijke verschijnselen van een kernwapenexplosie.
11 Hoe heet het onderdeel waar de zwarte dikke pijl naar wijst?


Slide 9 - Diapositive

Vragen
12 Waartegen waarschuwen de onderstaande waarschuwingen tegen TIM’s?





13 Wat is de persoonlijke reactiedrill tijdens een kernwapenexplosie in voertuigen (niet als
     chauffeur)?

Slide 10 - Diapositive

Timer
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vragen
1 Welke twee soorten chemische middelen onderscheiden we?
2 Welke soorten chemische strijdmiddelen kennen we?
3 Welke reactiedrill moet je toepassen als de detectiesticker na aanraking met een vloeistof
blauw/groen tot zwart verkleurt?
4 Welke reactiedrill moet je toepassen als de detectiesticker na aanraking met een vloeistof
rood verkleurt?
5 Welke persoonlijke reactiedrill moet je toepassen als je buddy aangeeft dat zijn zicht
verduistert; je ziet dat zijn pupillen heel klein worden, zijn neus begint te lopen en je ziet
spiertrillingen? Het detectiepapier geeft geen verkleuring.
6 Wat zijn mogelijke verschijnselen bij een radiologisch middel?

Slide 13 - Diapositive

Vragen
7 Wanneer moet je het ‘AAT-principe‘ toepassen?
8 Wat is het belangrijkste preventieve beschermingsmiddel tegen een biologisch middel?
9 Noteer vier soorten kernwapenexplosies.
10 Noteer vijf mogelijke verschijnselen van een kernwapenexplosie.
11 Hoe heet het onderdeel waar de zwarte dikke pijl naar wijst?


Slide 14 - Diapositive

Vragen
12 Waartegen waarschuwen de onderstaande waarschuwingen tegen TIM’s?





13 Wat is de persoonlijke reactiedrill tijdens een kernwapenexplosie in voertuigen (niet als
     chauffeur)?

Slide 15 - Diapositive

Resultaat
  • Je kunt aan de kleur van de detectiesticker zien welke reactiedrill je moet toepassen. 
  • Je kunt vertellen waar je chemische-, biologische-, radiologische- en nucleaire middelen aan kunt
    herkennen.

Slide 16 - Diapositive

Hoe was de les?

Slide 17 - Carte mentale

Vragen?
VRAGEN?

Slide 18 - Diapositive