Les 16 - 07-01-2025 Prepositions Of Time And Place

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

LEZEN!

Prepositions of time&place

07-01-25

Prepositions 

(of time and place)

Prepositions zijn voorzetsels. 

Wie weet wat voorzetsels zijn?

Voorzetsels zijn woorden als aan, in, op, uit en voor. Ze vormen meestal het begin van een woordgroep: aan de muur, in de kast, op donderdag, uit gewoonte, enz......

Prepositions of time

- Geeft aan wanneer iets gebeurd

'on': dagen en datums/data

I have a game on Saturday.

In: dagen, maanden, jaren, seizoenen en specifieke delen van de dag

I woke up in the afternoon.

At: tijden en feestdagen

I saw my aunt at Christmas/The concert starts at 7 PM.

Prepositions of place

- Geeft aan waar iets gebeurd

On: openbaar vervoer en iets ligt ergens bovenop

My phone is on the table/She left her umbrella on the train.

In: plekken in de natuur, landen en als iets ergens in is

He took photos in the forest. 

At: specifeke locaties, huisnummers en (namen van) gebouwen

I am at the supermarket/She lives at 25 Baker Street.

prepositions of time and place

Now practise!
Choose between in, at, on

My birthday is ____ January.

My sister is ... school.

I will meet them there __ 9 o'clock.

I like to read ... the bus.

I will go on holiday _______ three days.

I am ... the railway station

Homework for friday

• Vocabulary CH2 (NL-EN EN-NL)
  
• Prepositions of time and place (your written notes)
• Irregular verbs (page 233, 234, 235)