29-11 2A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

29-11 2A

Goedemorgen!

• Ga rustig zitten
  
• Klap je laptop dicht
  

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les heb jij je toets van de toetsweek ingezien
  
• Aan het einde van deze les weet jij wat de planning is voor komende week
  

Toets

• 10 minuten inzage
  
• Vragen? Hand opsteken
  

Planning

• Deze week en volgende week:
  
• Samengestelde zinnen, verwijzen naar bezit, leestekens en bijvoeglijk naamwoord
  
• Toets
  

Samengestelde zinnen:

Samengestelde zinnen

• Twee losse zinnen
  
• Twee persoonsvormen
  
• Voegwoord: ertussen of vooraan
  
• En, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, maar, want, maar, of, dus
  

Maak van de losse zinnen een samengestelde zin.
"Zij bestelt een cola."
"Tom bestelt een hamburger."

Verwijzen naar bezit

• In een zin waar een bezit staat, gebruik je een verwijswoord
  
• Bezittelijk voornaamwoord: voor het bezit
  
• Mijn, zijn, haar, onze, jullie, hun
  

Wat is het bezit in de zin: "hij speelde met mijn voetbal."

1. Hij
2. Speelde
3. Mijn
4. Voetbal

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in de zin: "hij speelde met mijn voetbal."

1. Hij
2. Speelde
3. Mijn
4. Voetbal

Zelfstandig werken:

• Ga naar de online methode
  
• Ga naar de planning: 29-11 zinnen + bezit. vnw
• Dit is huiswerk!
• Heb je vragen? Stel ze!
  
• Klaar? Extra opdrachten
  

Tot morgen!

• Vergeet je huiswerk niet!
  
• Staat op SOM