BK4 Herhaling 1.1

Goedemorgen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startactiviteit 

Opdracht 1 =
Ga in paragraaf 2.4 opzoek naar de 3 verschillende kredietvormen en noteer deze met een korte beschrijving op het stencil. 


Opdracht 2 = 
Schrijf de betekenis van de volgende woorden op.

1 = Koop op afbetaling
2 = Hypothecaire lening
3 = Kredietkosten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekenen de volgende begrippen?
1 = Koop op afbetaling
2 = Hypothecaire lening
3 = Kredietkosten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma

Startactiviteit 
Herhaling 1.1
Aan de slag!
Nakijken
Afsluiting 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toestweek 1
Aanvang donderdag 7 november

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 1.1
Hoofdstuk 1: Inkomen en welvaart

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 Welke keuzes maak je?
Je leert in deze paragraaf:
  • Wat behoeften en middelen met elkaar te maken hebben
  • Waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
  • Wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
  • Op welke manieren je in je behoeften kunt voorzien

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisbehoeften
Primaire behoeften 
Secundaire behoeften 
Overige behoeften
Vakantie
Smartphone
Woonruimte
Schoenen

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor het het vervullen van je behoeften heb je middelen nodig. De belangrijkste middelen zijn:

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke goederen zijn schaars?
A
Regenwater
B
Kraanwater
C
Zonnepanelen
D
Smartphone

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de goederen die niet schaars zijn?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vervul je je behoeften?

Slide 13 - Diapositive

  1. Consumeren
  2. Zelfvoorziening
  3. Natuurlijke hulpbronnen
  4. Collectieve voorzieningen 
Fietspad
Frikandelbroodje
Consumeren
Zelfvoorziening
Collectieve voorzieningen
Ramen lappen
Midgetgolfen
Gemeentelijk zwembad
Crompouse 
Taart bakken

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tim laat 12 zonnepanelen op zijn dak plaatsen. Nu wek ik mooi zelf mijn stroom op. Laat de zon maar komen!
Welke drie manieren om in je behoeften te voorzien,
herken je hier?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld maakt niet gelukkig ...
al is het wel handig als je er voldoende van hebt.
Maar niet alleen je welvaart is belangrijk, ook je welzijn.
Ligt dit toe!

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak de plusopdrachten op blz. 30
Maak de samenvatting op blz. 26
Maak de examentraining op blz. 34 opdrachten 1 t/m 4

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting 

Maak twee multiple choice vragen over
paragraaf 1 van hoofdstuk 1
Welke keuzes maak je?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 1.2

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kan je koopgedrag veranderen?

Slide 20 - Question ouverte

  • Commerciële beïnvloeding
  • Sociale beïnvloeding
  • De ontwikkeling van je inkomen
  • De tijd waarin je leeft
  • Je leeftijd
  • Je kennis van producten
  • Technologische ontwikkelingen 
Koopgedrag is hetzelfde als consumentengedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beïnvloeding door fabrikanten =
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beïnvloeding door winkeliers =
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beïnvloeding door vrienden, familie, en bekenden =
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions