4. Zelfstandige naamwoorden

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1,2

Español A1/A2 

¿Qué vamos a hacer?

- Repasar la pronunciacion y los verbos 'ser' y 'estar'

- El sustantivo (zelfstandig naamwoord)

- Los artículos (lidwoorden)

Importante:

¡Tienes que estudiar las palabras y la gramática!

+ BOEK!

Over twee lessen is de eerste toets voor Spaans.

Deze cijfers komen op je cijferlijst te staan en tellen mee voor je overgang. 

Inhalen is niet mogelijk!!

Repasamos

El verbo 'ser'

El verbo 'tener'

¿Qué significa 'ser'?

Wat betekent 'ser'?

1. is
2. zijn
3. heeft
4. hebben

¿Qué significa 'tener'?

1. is
2. zijn
3. heeft
4. hebben

¿Qué significa 'ella tiene'?

1. zij is
2. zij heeft
3. zij zijn
4. zij hebben

¿Qué significa 'nosotros somos'?

1. jullie zijn
2. jullie hebben
3. wij zijn
4. wij hebben

Yo soy

Tu eres

Él/ella/usted es

Nosotros somos

Vosotros sois

Ellos/ellas son

Yo tengo

Tu tienes

Él/ella/usted tiene

Nosotros tenemos

Vosotros tenéis

Ellos/ellas tienen

Belangrijk om deze goed uit je hoofd te leren!!

Tu no ..... un perro.

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tienen

Nosotras .... amigas.

1. es
2. sois
3. son
4. somos

Lola .... una casa grande.

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

¡Pronunciación!

¿Cómo se dice...?

1. Julio habla mucho por las mañanas.

2. Vicente dice que Valeria no va a viajar a Londres.

3. Velezuela es un país hermoso.

4. Coco es una película muy divertida.

5. La Casa de Papel es una serie muy impresionante.

6. En el aeropuerto de Valencia hay mucha gente.

El sustantivo

(het zelfstandig naamwoord)

Het Spaans kent twee soorten zelfstandige naamwoorden:

Vrouwelijk

La casa

La estación

La ciudad

La chica

La libertad

Mannelijk

El libro

El chico

El amor

El hotel

El garaje

Bladzijde 22:

Opdracht 1.07

Zelfstandige naamwoorden

Mannelijke zelfstandige 

naamwoorden eindigen op:

 -O: zoals EL libro (het boek), EL niño  (de jongen), EL cuaderno (het schrift)

 -L: zoals EL hotel (het hotel), EL árbol (de boom) 

 -AJE: zoals EL equipaje (de bagage), EL garaje (de garage)

 -OR: zoals EL amor (de liefde) EL vendedor (de verkoper)

-MA: zoals EL sistema (het systeem).

Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden eindigen op:

-A: zoals LA casa (het huis), LA niña 

(het meisje) LA bicicleta (de fiets)

-SIÓN: LA decisión (de beslissing) 

-CIÓN: LA estación (het station) 

-DAD: LA edad (de leeftijd) LA verdad (de waarheid)

-TAD: LA libertad (de vrijheid),

 -ED: LA pared (de muur)

Femenino (vrouwelijk)

Masculino (mannelijk)

Chica

Plato

Ciudad

Problema

Fútbol

Plural (meervoud)

Als je een Spaans woord in het meervoud zet. komt er 's' of 'es' bij.

• Eindigt een zelfstandig naamwoord op een klinker (A/E/O/U/I)?    +s
• Eindigt een zelfstandig naamwoord niet op een klinker?               +es
• Eindigt een zelfstandig naamwoord op  'z'? Dan wordt het een 'c'

CASA    -> CASAS                                 HOTEL      -> HOTELES

LIBRO    -> LIBROS                               MES        -> MESES

FELIZ    -> FELICES                              PEZ           -> PECES

Wat is het meervoud van:
perro (hond)

1. perroes
2. perros

Wat is het meervoud van:
pared (muur)

1. paredes
2. pareds

Wat is het enkelvoud van:
relojes (klokken)

1. reloje
2. reloj

Wat is het enkelvoud van:
bicicletas (fietsen)

1. biciclet
2. bicicleta

Maak het meervoud van:
hotel

Maak het enkelvoud van:
casas (huizen)

aprenderespanol.org

Los deberes: