oefenvragen ecologie 3basis

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Oefenvragen ecologie 3basis

basisstof 1 

fotosynthese en verbranding 

Wat is Fotosynthese?

1. Fotosynthese is het proces waarmee een plant voedsel en zuurstof maakt.
2. Bij Fotosynthese word koolstofdioxide omgezet in planten
3. Fotosynthese is het proces waar glucose in zuurstof en water veranderd
4. Fotosynthese is het proces waarbij planten glucose bakken

+

+

-->

Fotosynthese:

+

.........

........

.........

..........

........

Waar vindt fotosynthese plaats? 

Fotosynthese

Waar vindt verbranding plaats? 

Verbranding

Fotosynthese vindt alleen plaats in?

1. lichaamscellen
2. bladgroenkorrels
3. schimmeldraden
4. in de lucht

Bladgroenkorrels zitten in?

1. in bloemen van planten
2. lichaamscellen die roze zijn bevatten cellen met bladgroenkorrels
3. in alle cellen van planten zitten bladgroenkorrels
4. In groene delen van planten zitten plantencellen met bladgroenkorrels

Bij verbranding...

1. verbruik je energie
2. krijg je energie
3. kost energie
4. kom energie vrij

Je lichaam maakt energie met de verbranding in cellen. Wat is verbranding?

1. zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose
2. glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
3. water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.

+

+

  ^_______>

verbranding

koolstofdioxide

zuurstof

water

glucose

Fotosynthese

Verbranding

Hoe neemt je lichaam zuurstof op? Dus hoe komt zuurstof in je bloed?

1. Via de huid
2. Via de longen
3. Via de neus
4. Via het hart en bloedvaten

zuurstof is nodig bij de verbranding, dus zuurstof is een brandstof

1. juist
2. onjuist

Energierijke stoffen 

Energiearme stoffen 

glucose 

water 

zuurstof 

koolstofdioxide

mineralen 

basisstof 2 

Eten of gegeten worden 

Voedselweb of voedselketen?

1. Voedselweb
2. Voedselketen

een voedselketen begint altijd met een:

1. producent
2. reducent
3. consument

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?

1. Ja
2. Nee

Tekst

Welke term hoort bij de plaatjes

kringloop

voedselketen

voedselweb

Welke organismen zitten in voedselketens en voedselwebben?

1. alleen consumenten
2. producenten, consumenten en reducenten
3. alleen reducenten
4. producenten en consumenten

1) Wie is in dit voedselweb de alleseter?

2) Uit hoeveel schakels bestaat de langste voedselketen?

basisstof 3 

Organismen en hun leefomgeving 

Zet de niveaus van ecologie van klein naar groot.           (1 = de kleinste, 3 = de grootste)

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Populatie

ecosysteem

individu

Voorbeeld van:

1. individu
2. populatie

Sleep naar juiste afbeelding

Ecosysteem

Biotisch

Abiotisch

voorbeeld van:

1. abiotische factor
2. biotische factor

voorbeeld van:

1. abiotische factor
2. biotische factor

Abiotische factoren

Biotische factoren

Wat is van invloed op een populatiegrootte?

1. hoeveelheid voedsel
2. natuurlijke vijanden
3. ziekte verwekkers
4. A, B en C

basisstof 4 

Aanpassingen bij dieren 

Snavels bij vogels

Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.

Deze vogel kan met zijn snavel goed zaadjes open maken

d

Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.

Met deze snavel kan de vogel insecten uit boomschors halen.

Deze vogel kan bodemdiertjes uit de grond pikken 

Wat eet je met welke snavel?

Welke snavel hoort bij welke set poten?

zoolganger

teenganger

hoefganger

deze poten zijn van een?

1. steltloper
2. loopvogel
3. roofvogel
4. watervogel

Welke dieren zijn gestroomlijnder?

1. landdieren
2. waterdieren

Deze dieren hebben een zwaar skelet om hun lichaamsgewicht te kunnen dragen

1. Landdieren
2. Waterdieren

basisstof 5 

Aanpassingen aan planten

waar leeft deze plant?

1. In een droge omgeving
2. In een natte omgeving

Een gatenplant bloeit in het voorjaar. De plant heeft grote, donkergroene bladeren. Wat voor een plant is dit?

1. een zonplant
2. een schaduwplant

Wat is/zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?

1. Grote, platte bladeren
2. Kleine, dikke bladeren
3. een klein wortelstelsel
4. een groot wortelstelsel

Een plant heeft stekels in plaats van bladeren, waar is dit een aanpassing voor?

1. Weinig water
2. Veel water
3. Weinig mineralen
4. Veel voedsel

De lepelplant is een populaire kamerplant. Deze plant komt oorspronkelijk uit een vochtig milieu.
Welke aanpassing heeft deze plant

1. grote platte bladeren en een groot wortelstelsel
2. grote platte bladeren en een klein wortelstelsel
3. klein dikke bladeren en een klein wortelstelsel
4. klein dikke bladeren en een groot wortelstelsel

Soorten zijn aangepast aan bijvoorbeeld de beschikbaarheid van water

Welke aanpassing hoort bij welke soort?

dikke vetlaag

plant slaat geen water op

stengel is hol

stekels

groot wortelstelsel

klein wortelstelsel

Aanpassing aan een levende invloed

Aanpassing aan een niet-levende invloed

Dikke vacht

Dunne vacht

Snavel voor soort voedsel

Gifstoffen zodat de plant niet wordt opgegeten

Zwemvoeten 

Aanpassing aan weinig licht