H3 paragraaf 6 en 7 2022

De parlementaire democratie 3.6
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

De parlementaire democratie 3.6

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  • Hoe het zit met de rechten     van de mensen?
  • Wat trias politica is. 
  • Hoe je invloed kan hebben   op de politiek. 

Slide 2 - Diapositive

Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie.
B
Recht van amendement.
C
Stemrecht.
D
Recht van initiatief.

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraken over de Eerste Kamer zijn juist?
1. De Eerste Kamer mag wetsvoorstellen veranderen.
2. De Eerste Kamer stemt als eerste over een wet.
3. De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen.
4. Er zijn 75 Eerste Kamerleden.

A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 4 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De Tweede Kamer stemt over wetsvoorstellen.
2. De ministers stemmen over de wetsvoorstellen van de Tweede Kamer.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

Welke zinnen zijn juist?
1. De Tweede Kamer neemt een wetsvoorstel aan als de meerderheid vóór stemt.
2. De Tweede Kamer controleert of de ministers alle plannen goed uitvoeren.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Een belangrijke taak van de Tweede Kamer is de ministers controleren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is belangrijk in een democratie?

Slide 8 - Carte mentale

Kenmerken parlementaire democratie
  1. Er zijn vrije en geheime verkiezingen en er is algemeen kiesrecht
  2. De politieke macht ligt, namens de burgers, bij hij het parlement (Eerste en Tweede Kamer) 
  3. Elk besluit wordt genomen met een meerderheid van de stemmen
  4. Er is een grondwet
  5. Er is sprake van 'scheiding der machten" ofwel een Trias politica



Slide 9 - Diapositive

De scheiding der machten

Slide 10 - Diapositive

Welke machten?
Trias Politica

Slide 11 - Diapositive

Verdeling van de macht
Waarom?
  • Maakt absolutisme en dictatuur onmogelijk
  • Voorkomt onrechtvaardigheid
  • Checks and balances: Verschillende machten
    controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’. 

Slide 12 - Diapositive

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 13 - Diapositive

Wetgevende:
Regering en parlement gaan over de wetgeving in Nederland.

Regering = koning + ministers
Parlement = Eerste en Tweede Kamer

Minister komt met wetsvoorstel, parlement besluit of het goedgekeurd wordt!!

Slide 14 - Diapositive

Uitvoerende:
Ministers zorgen ervoor dat de wetten goed worden uitgevoerd.

Geven opdrachten en richtlijnen aan ambtenaren of gemeentes!

Slide 15 - Diapositive

Rechterlijke macht:
De rechters..... Kijken of iemand de wet heeft overtreden

Onafhankelijk...
Overheid moet zich zelfs houden aan wat de rechter zegt!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Er is een grondwet
Er is een grondwet. Hieronder zie je een paar artikelen van de grondwet. Dit zijn allemaal grondrechten of mensenrechten.




Daarnaast heb je ook plichten,
zoals de plicht om belasting
te betalen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Pressiegroepen
  • Groepen die druk uitoefenen op politici om ze voor hun standpunten te winnen
  • Belangrijke manieren = lobbyen en actievoeren
  • 1. Belangenorganisaties -> komen op voor belangen van bepaalde groep in de samenleving (vakbonden & werkgeversorganisaties = sociale partners) ANWB, LAKS etc.

Slide 23 - Diapositive

3.7 Gemeente en provincie

Slide 24 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  • Hoe de macht is verdeeld in de gemeente en de provincie.
  • Benoemen wat de taken zijn van de gemeente en provincie.
  • Uitleggen hoe politici in de gemeente en provincie worden gekozen.
  • Verschillende manieren noemen waarop burgers invloed uit kunnen oefenen op de politiek

Slide 25 - Diapositive

Heeft Spijkenisse meer of minder inwoners dan 60.000?
meer
minder

Slide 26 - Sondage

Hoeveel gemeenten heeft Nederland?
12
52
154
285
344
487
687
877
965
1245

Slide 27 - Sondage

Slide 28 - Vidéo

Wie zijn de volksvertegenwoordigers in de gemeente?
A
Wethouders
B
Burgermeester
C
Gemeenteraad
D
Tweede Kamer

Slide 29 - Quiz

Wie zijn de bestuurders in een gemeente?
A
Gemeenteraad
B
B&W
C
Wethouders
D
Ministers

Slide 30 - Quiz

Wie kies je bij verkiezingen?
A
Burgemeester
B
Gemeenteraad
C
Wethouders
D
Statenleden

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Taken van de gemeente
Onder andere:
  • burgerzaken
  • orde en veiligheid
  • Economie
  • Zorg
  • Verkeer
  • Milieu

Slide 33 - Diapositive

Wat is de hoofdtaak van het College van B & W?
A
Bepalen wat de gemeentraad moet uitvoeren
B
deze zorgen dat het geld opgemaakt wordt
C
Deze voeren het beleid uit dat de gemeenteraad gemaakt heeft
D
Deze hebben veel overleg met de Tweede Kamer

Slide 34 - Quiz

0

Slide 35 - Vidéo

Noem minimaal 2 dingen die
de gemeente beslist

Slide 36 - Carte mentale

gemeente
college van B en W
gemeenteraad
dagelijks bestuur
[
burgemeester
leidt vergaderingen, openbare orde, sollicitatie → benoemd voor 6 jaar
elk een eigen werkterrein
wethouders
volks-vertegenwoordigers
stemmen over besluiten
controleren van B en W

Slide 37 - Diapositive

Vul de begrippen op de juiste plek in de tekst in.

In nederland hebben alle gemeente een eigen                            De mensen die daarin zitten zijn de                              Zij beslissen wat er moet gebeuren in de gemeente.
De raadsleden horen allemaal bij een politieke                          . Iedereen vind andere dingen belangrijk. Nederland is een democratie dat betekend dat je mag                           op wie je wilt. Hoe meer stemmen een partij krijgt hoe meer ze voor het zeggen hebben.
Stemmen
gemeenteraad
partij
raadsleden

Slide 38 - Question de remorquage

provincies
Er zijn 12 provincies in Nederland.

Slide 39 - Diapositive

de provincie
zaken die te groot zijn voor een gemeente, maar waarbij het ook niet handig is om ze landelijk te regelen. Bv. nieuwe woonwijken

Slide 40 - Diapositive

Provinciale Staten
Gedeputeerde Staten
commissaris van de Koning
{
voorzitter vergaderingen
Elk een eigen werkterrein.
Dagelijks bestuur
Volksvertegenwoordiging.
Stemmen over besluiten.
Controleren GS
]
Gekozen: 1x in de 4 jaar
Kiezen de Eerste Kamer

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo

Door wie worden de gedeputeerde Staten Benoemd?
A
Door de Nederlander die kiest
B
Door de Provinciale Staten
C
Door de Commissaris van de Koning
D
Door de Eerste Kamer

Slide 44 - Quiz

Welke bestuurslaag heeft de meeste macht?
Zet van links naar rechts.
Provincie
Rijksoverheid
Gemeente

Slide 45 - Question de remorquage

Aan de slag
§3.6: 2, 9, 12, 13
§3.7: 3, 5, 6, 9, 11, 12

Maken samenvatting wb blz. 60, 61 en begrippenlijst blz. 62 en 63
Voor als je het nog niet gemaakt had: 
H1 samenvatting blz. 16 en 17 Begrippenlijst blz. 17

Slide 46 - Diapositive