Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Binas 89A !!!
hormonen
hypothalamus
en hypofyse
Slide 1 - Diapositive
Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen
Slide 2 - Question de remorquage
Klieren
Organen die bepaalde stoffen
produceren en uitscheiden.
Exocriene klieren: zweetklieren,
speekselklier, maagsapkliercel, alvleesklier
Endocriene klieren: scheiden hormonen uit in het bloed (signaalstoffen)
Slide 3 - Diapositive
Noem een endocrien en een exocrien product van de eierstok
Slide 4 - Question ouverte
Enkele bloedvaten in het lichaam van een man zijn: 1. halsader 2. halsslagader 3. beenader 4. beenslagader In welke van deze bloedvaten komen hormonen uit de teelballen voor?
A
1 en 3
B
2 en 4
C
3 en 4
D
1, 2, 3 en 4
Slide 5 - Quiz
communicatie via
1. Endocrien systeem (chemisch)
hormonen via bloed, lymfe, weefselvloeistof naar targetcellen
(receptoren)
2. Zenuwcellen (elektrisch)
signalen langs gerichte paden (neuronen) naar cellen
(spier, klier, zenuwcel)
Slide 6 - Diapositive
hypothalamus, hypofyse
BINAS 89A
Slide 7 - Diapositive
De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen.
Beinvloedt de hypofyse
De hypofyse is de centrale hormoonklier
Er is een hypofyse voorkwab en een achterkwab
Slide 8 - Diapositive
hypothalamus en hypofyse achterkwab
neurohypofyse
= hypofyse achterkwab
De neurohypofyse maakt de
neurohormonen oxytocine en ADH
via uitlopers van zenuwcellenkomen de neurohormonen in de hypofyse
Slide 9 - Diapositive
Hypofyse voorkwab = adenohypofyse
maakt hormonen aan onder invloed van de hypothalamus
Hypothalamus maakt releasing of inhibiting hormonen aan
via het bloed naar de hypofyse voorkwab
Slide 10 - Diapositive
Een jongen van 10 jaar is slechts 80 cm lang. Dit is het gevolg van een tekort aan een bepaald hormoon. Overigens is de jongen gezond. Welke hormoonklier maakt te weinig van dat hormoon bij deze jongen?
A
de bijnieren
B
de eilandjes van Langerhans
C
de hypofyse
D
de teelballen
Slide 11 - Quiz
3 verschillende typen hormonen
steroid hormonen(vetachtig)
tyrosine hormonen (van 1 aminozuur afgeleid)
peptide hormomen(eiwit)
BINAS 67K
legenda 89A
Slide 12 - Diapositive
Van welke hormonen liggen de receptoren in het cytoplasma? Tip: welke hormonen kunnen dus het celmembraan passeren?
A
insuline en oxytocine
B
ADH en EPO
C
cortisol en testosteron
Slide 13 - Quiz
homeostase glucose
Alvleesklier
Exocriene klier: verteringsenzymen
Endocriene klier: insuline en glucagon in de
Eilandjes van Langerhans
Slide 14 - Diapositive
homeostase: glucose spiegel
Belangrijk want:
brandstof voor alle cellen
te weinig-> schade aan met name hersenweefsel!!!!!
te veel -> terugresorptie via de nieren is beperkt
-> verlies kostbare brandstof met urine
Slide 15 - Diapositive
te hoge bloed glucose spiegel
(na maaltijd)
Eilandjes van Langerhans, beta-cellen
productie van insuline
insuline bevordert de opname van glucose door alle cellen
insuline bevordert deaanmaak van glycogeen uit glucose in lever en spier
Slide 16 - Diapositive
te lage bloedglucose spiegel
Eilandjes van Langerhans, alfa-cellen
productie van glucagon
glucagon bevordert de afbraak van glycogeen in lever
en de afgifte van glucose door de lever
Slide 17 - Diapositive
Benoem nummer 3 en 5
Slide 18 - Diapositive
Benoem nr 3 en 5
A
3= insuline
5 = glucose
B
3 = insuline
5 = glycogeen
C
3 = glucagon
5 = glucose
D
3 = glucagon
5 = glycogeen
Slide 19 - Quiz
Benoem nummer 3 en 5
Slide 20 - Diapositive
Bij diabetes insipidus is de urine smakeloos en de patiënt produceert teveel urine, soms wel 20L per dag. Welk hormoon werkt hier niet zoals het hoort?
A
insuline
B
glucagon
C
ADH
D
groeihormoon
Slide 21 - Quiz
acute stress
Adrenaline
productie Bijniermerg
Doel: snel kunnen reageren in bedreigende situaties
Hartslag en ademhaling omhoog
Glucose nodig: glycogeen afbraak in lever en spieren
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Het hormoon dat het lichaam snel tot grote activiteit kan aanzetten (bijv. vluchten) wordt geproduceerd door:
A
bijnieren
B
schildklier
C
hypofyse
D
alvleesklier
Slide 24 - Quiz
Schildklier
Stofwisseling
Ademhaling, hartslag, temperatuur spijsvertering
Te veel: vermageren
Te weinig: toename lichaamsgewicht
Slide 25 - Diapositive
BINAS 89 C
T4 = thyroxine
= een voorloperhormoon van T3
T4 wordt omgezet in T3
T3 bevat 3 joodatomen
T4 bevat 4 joodatomen
Slide 26 - Diapositive
Welk verschijnsel treedt op bij een persoon met een verhoogde thyroxine-afgifte zijn:
Negatieve terugkoppeling is de regelkring waarbij met behulp van sensoren, meet- en regelstations en bepaalde effectoren hormonale waardes in stand kunnen worden gehouden.
Negatieve terugkoppeling betekent dus dat de toename van het resultaat een remming van het proces veroorzaakt.
Vanuit de zintuigcellen gaat er een impuls naar het regelcentrum in het centrale zenuwstelsel. Daar wordt de gemeten concentratie vergeleken met de gewenste norm. Bij positieve terugkoppeling zal dit signaal leiden tot een nog grotere stimulatie van de klier die hormoon X produceert. Dit heeft als effect nog meer hormoon X.
Slide 30 - Diapositive
Vind je LessonUp handig voor de online lessen? Typ je antwoord hieronder