Thema 3 les 17 klankveranderende werkwoorden

Welke werkwoorden veranderen in de verledentijd van klank?
1 / 18
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke werkwoorden veranderen in de verledentijd van klank?

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Diapositive

Wat is het hele werkwoord van...

zat

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van...

vielen

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van...

bekeek

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van...

bleef

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van...

zongen

Slide 7 - Question ouverte

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.

Bijv. Wij gaan naar school.
gingen

Slide 8 - Diapositive

Wij lopen op hele hoge hakken.

Slide 9 - Question ouverte

Ik koop nooit jurken van de show.

Slide 10 - Question ouverte

Wij gaan zo snel mogelijk naar huis.

Slide 11 - Question ouverte

Ik glijd uit op de gladde vloer.

Slide 12 - Question ouverte

Ik draag vandaag de mooiste jurk natuurlijk!

Slide 13 - Question ouverte

De winterjas spreekt van pure nijd.

Slide 14 - Question ouverte

Ik ben al dagen knopen kwijt.

Slide 15 - Question ouverte

Dat kind trekt me zomaar aan.

Slide 16 - Question ouverte

Ik wil een andere eigenaar.

Slide 17 - Question ouverte

Tegen opa's heb ik geen bezwaar.

Slide 18 - Question ouverte