hfdst 3 par 1 en 2

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 3
de overheid in de tijd
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 3
de overheid in de tijd

Slide 1 - Diapositive

Voorbeelden collectieve goederen

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn
  2. Je kunt benoemen hoe de overheid ruilt over de tijd
  3. Je kunt uitleggen wat de motieven van de overheid zijn bij ruilen over de tijd


Slide 3 - Diapositive

Individuele goederen
Kenmerken
  • Verhandelbaar via de markt
  • Er is een prijs voor vast te stellen
  •  Uitsluitbaar: alleen te krijgen als je betaalt
  • Rivaliserend: Als jij het koopt, kan een ander het niet kopen

Vb: Je koopt een frikandelbroodje

Slide 4 - Diapositive

Collectieve goederen
Goederen die door de overheid worden geleverd en voor iedereen beschikbaar zijn. Niet uitsluitbaar en niet rivaliserend.
  • Door de overheid geproduceerd
  • Niet in individuele eenheden te splitsen
  • Niet mogelijk een individuele prijs voor een goed in rekening te brengen

Slide 5 - Diapositive

Redenen collectieve goederen
Iedereen moet er gebruik van kunnen maken
Controle op kwaliteit
Te duur om door de de markt te laten produceren 
Stimuleren positieve externe effecten

Slide 6 - Diapositive

Quasi-collectieve goederen
Individuele goederen aangeboden door de overheid
aan individuele gebruiker kunnen kosten in rekening gebracht worden.

Voorbeeld: Onderwijs

Slide 7 - Diapositive

Overheid ruilt over tijd
De overheid investeert nu bijvoorbeeld in de infrastructuur, later verdienen ze hier geld op terug: meer handel door betere wegen, meer belastinginkomsten. 

Intergenerationeel --> tijdens corona veel geholpen, jonge mensen betalen straks meer belasting

Slide 8 - Diapositive

Waarom kan de overheid jou niet verbieden om gebruik te maken van een collectief goed?
A
Het wordt aan iedereen persoonlijk geleverd, dus ook aan jou
B
Je hebt voldoende geld om het product te betalen
C
Collectieve goederen worden tegen kostprijs geleverd en zijn dus goedkoop
D
je kunt niet uitgesloten worden van het gebruik, ook wanneer je er niet voor betaalt.

Slide 9 - Quiz

Wat voor soort goed is het Rijksmuseum?
A
Individueel goed
B
Collectief goed
C
Quasi-collectief goed

Slide 10 - Quiz

Individueel goed
Collectief goed
Quasi-collectief goed

Slide 11 - Question de remorquage

par 2
Investeringen in arbeidsproductiviteit

Slide 12 - Diapositive

Investeren in onderwijs
Onderwijs volg je voor jezelf: hoe meer kennis en vaardigheden hoe hoger de arbeidsproductiviteit en hoe hoger de arbeidsproductiviteit hoe hoger het bijbehorende salaris.

positieve externe effecten
Een goed opgeleide beroepsbevolking creëert positieve externe effecten.
--> als een medewerker bij de kassa goed is opgeleid, is iedereen sneller geholpen. Voor de ontwikkeling van milieuvriendelijker producten heb je onderzoekers nodig.

Slide 13 - Diapositive

Investeringen in onderwijs
Voorbeeld van ruilen over de tijd: de huidige beroepsbevolking betaalt belasting, met de belastingopbrengst betaalt de overheid oa onderwijs van de jeugd (de toekomstige beroepsbevolking). Deze investering wordt in de toekomst terug verdiend.

Slide 14 - Diapositive

Investeren in economische groei
aanleg van bedrijventerreinen, aanleg van infrastructuur, nieuwe spoorwegen.
De overheid investeert nu zodat in de toekomst bijv transport soepeler kan verlopen.
--> ruilen over de tijd

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Hfdst 3 par 1 opdracht 1 t/m 3 + 5

Hfdst 3 par 2 opdracht 1 t/m 4
Par 3 opdracht 1, 2, 4, 5, 6
Par 4 opdracht 1 t/m 3
Par 5 opdracht 3, 6 en 9



Slide 16 - Diapositive