Herhaling leerjaar 1
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is het wg in de volgende zin:
Ik heb de pen laten vallen.
Ik heb de pen laten vallen.
A
Ik
B
de pen
C
laten vallen
D
heb laten vallen
Slide 4 - Quiz
Wat is het lv in de volgende zin:
Ik heb de pen laten vallen
Ik heb de pen laten vallen
A
Ik
B
heb
C
de pen
D
heb laten vallen
Slide 5 - Quiz
Wat is het mv in de volgende zin:
Heeft Max zijn cadeau aan Louise gegeven?
Heeft Max zijn cadeau aan Louise gegeven?
A
Heeft gegeven
B
zijn cadeau
C
aan Louise
D
Max
Slide 6 - Quiz
Wat is de bwb in de volgende zin:
Mevrouw Reijne heeft voor het weekend hopelijk de cijfers.
Mevrouw Reijne heeft voor het weekend hopelijk de cijfers.
A
Mevrouw Reijne
B
heeft
C
voor het weekend
D
de cijfers
Slide 7 - Quiz
Ontleed de volgende zin:
Mijn schrijfopdracht heb ik vorige week goed gemaakt.
Mijn schrijfopdracht heb ik vorige week goed gemaakt.
Slide 8 - Question ouverte
Over welk onderdeel van zinsdelen wil je graag extra uitleg?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Welke woordsoorten kennen jullie nog?
1 per keer invullen
1 per keer invullen
