1B Ordenen dieren
1 / 34
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren
Slide 3 - Quiz
Is het dier op de afbeelding
hiernaast een amfibie of
een reptiel?
hiernaast een amfibie of
een reptiel?
A
Amfibie
B
Reptiel
Slide 4 - Quiz
Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
is dit een zoogdier?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
is dit een zoogdier?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
In welke groep van de gewervelden komen de jonge dieren uit de moeder?
10
Slide 9 - Question ouverte
Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels
Slide 10 - Quiz
Een hagedis is een reptiel, gebruikt hij kieuwen om adem te halen
A
ja
B
nee
C
alleen op het land
D
alleen onder water
Slide 11 - Quiz
Welke kenmerk heeft de huid van reptielen
A
glad en slijmerig
B
harde schubben
C
slijm en schubben
D
haren
Slide 12 - Quiz
Een amfibie
A
Leeft op het land
B
Leeft in de zee
C
Leeft in het water en op het land.
D
Leeft in het water
Slide 13 - Quiz
De jongen drinken bij de moeder.
Legt eieren en heeft veren
Heeft schubben en slijm
Heeft droge schubben
Slide 14 - Question de remorquage
VISSEN
VOGELS
REPTIELEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 15 - Question de remorquage
REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 16 - Question de remorquage
REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 17 - Question de remorquage
REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 18 - Question de remorquage
REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 19 - Question de remorquage
REPTIELEN
VOGELS
VISSEN
ZOOGDIEREN
AMFIBIEN
Slide 20 - Question de remorquage
Wie legt eieren zonder schaal om zich voort te planten?
A
vissen en reptielen
B
reptielen en amfibieën
C
amfibieën en vissen
D
vissen, amfibieën en reptielen
Slide 21 - Quiz
De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid
Slide 22 - Quiz
Ademen door de huid
Welke groep kan dat?
Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren
Slide 23 - Quiz
Wie heeft er GEEN celwand?
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Plant
D
Dier
Slide 24 - Quiz
Wat is een celwand?
A
Dat is een stevig laagje om een dierlijke cel
B
Dat is een stevig laagje om een plantaardige cel
C
Dat is een stevig laagje om de menselijke cel
D
Dat is een stevig laagje om de plant./dierl. cel
Slide 25 - Quiz
Een reptiel is:
A
Koudbloedig
B
Warmbloedig
Slide 26 - Quiz
Kreeftachtigen
Reptielen
Stekelhuidigen
Weekdieren
Slide 27 - Question de remorquage
Vogel
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Zoogdieren
Zoogdieren
Reptielen
Slide 28 - Question de remorquage
Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 29 - Quiz
Geleedpotigen hebben:
A
Een inwendig skelet
B
Geen skelet
C
Een pantser als skelet
D
Een schelp als skelet
Slide 30 - Quiz
Dit is GEEN klasse van de geleedpotigen
A
Insecten
B
Vissen
C
Kreeftachtigen
D
Veelpotigen
Slide 31 - Quiz
Geleedpotigen hebben een...
A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet
Slide 32 - Quiz
Geleedpotigen zijn:
A
tweezijdig symmetrisch
B
veelzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch
D
asymmetrisch
Slide 33 - Quiz
Wat voor geleedpotigen is dit?
A
Gifkakige
B
Zespotige
C
Veelpotige
D
Kreeftachtige
