K4 chapter 3: I Writing & Grammar

I Writing & Grammar
I can use the past tenses in a sentence
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

I Writing & Grammar
I can use the past tenses in a sentence

Slide 1 - Diapositive

STOP!..GRAMMARTIME
Past tenses

Slide 2 - Diapositive

Past Tenses:


Past Simple (verleden tijd)
Past Continuous (voltooid v.t.)
Present Perfect (duurvorm v.t.)

(vormen van de verleden tijd)

Slide 3 - Diapositive

Past Simple (verleden tijd)
Je gebruikt de past simple om te zeggen
dat iets in het verleden is gebeurd en nu is
afgelopen.
Vaak staat er een tijdsbepaling
in de zin, zoals last summer
Je maakt
de past simple door -ed aan het hele
werkwoord toe te voegen.

Slide 4 - Diapositive

Example:
I worked at a theme park last summer.

werkwoord +ed en tijdsbepaling

Slide 5 - Diapositive

Welke zin staat in de Past Simple (VT)?
A
Mary was working at school
B
Mary worked at school before summer
C
Mary has worked at school since 2019
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

BEWARE!!
 Soms zijn
werkwoorden onregelmatig

to see - saw - seen

Slide 7 - Diapositive

Present Perfect (voltooid vt)
Je gebruikt de present perfect om te zeggen
dat iets in het verleden is begonnen en
nu nog aan de gang is, om te praten over
ervaringen of over gebeurtenissen waarvan
je nu het resultaat merkt. 
Je maakt de
present perfect met have/has + voltooid
deelwoord.

Slide 8 - Diapositive

Example:

Gina has lived in Seattle since 2013

has/have + voltooid deelwoord, soms tijdsbepaling

Slide 9 - Diapositive

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
They haven't been in France for over two years.
B
They weren't in France for over two years.
C
They been not in France for over two years.
D
geen van allen

Slide 10 - Quiz

BEWARE!!
 Soms zijn ook bij de Present Perfect de
werkwoorden onregelmatig

to see - saw - (have/has) seen

Slide 11 - Diapositive

Past Continuous (duurvorm vt)
Je gebruikt de past continuous om te
benadrukken dat iets in het verleden een tijdje
aan de gang was. Maar nu niet meer.
Je maakt de past continuous
met was/were + het hele werkwoord + -ing

Slide 12 - Diapositive

Example:

They were filming the event with a hidden
camera.

was/were + het hele werkwoord + -ing




Slide 13 - Diapositive

SLEEPVRAAG: SLEEP DE JUISTEBESCHRIJVING NAAR DE BIJBEHORENDE VORM JUISTE
Past Simple
Past Continuous
Present Perfect
Je gebruikt de ......................... om te zeggen
dat iets in het verleden is gebeurd en nu is
afgelopen.
Je gebruikt de ..............................om te zeggen
dat iets in het verleden is begonnen en
nu nog aan de gang is
Je gebruikt de .................. om te
benadrukken dat iets in het verleden een tijdje
aan de gang was. Maar nu niet meer.

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Time to practise
* exercise 53 b
* exercise 54
timer
2:00

Slide 17 - Diapositive