Het bezittelijk voornaamwoord (klas 1)

Bezittelijk voornaamwoord
Le pronom possessif
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bezittelijk voornaamwoord
Le pronom possessif

Slide 1 - Diapositive

Uitleg bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Je kijkt dus naar het woord dat er achter staat om te weten of je de mannelijke, vrouwelijke of meervoudsvorm moet gebuiken.
  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 2 - Diapositive

Uitleg bezittelijk voornaamwoord
Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son)

BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 
                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie 

Slide 3 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Hoe weet je of een
woord m/v/mv is?

Slide 5 - Carte mentale

mijn school (m)
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège

Slide 6 - Quiz

jouw spullen (mv)
A
ton affaires
B
tes affaires
C
ta affaires
D
mes affaires

Slide 7 - Quiz

zijn kamer (v)
A
ses chambre
B
son chambre
C
ton chambre
D
sa chambre

Slide 8 - Quiz

haar toekomst (m)
A
ses avenir
B
son avenir
C
notre avenir
D
leur avenir

Slide 9 - Quiz

onze klas
A
vos classe
B
notre classe
C
leurs classe
D
nos classe

Slide 10 - Quiz

hun etui (vr.)
A
leur trousse
B
vos trousse
C
leurs trousse
D
mon trousse

Slide 11 - Quiz

mijn vriendin
A
ma amie
B
mon amie
C
mes amies
D
mes amis

Slide 12 - Quiz

livres (m. mv)
sac à dos (m. mv)
trousse (vr. enk)
mon
mes 
ta

Slide 13 - Question de remorquage

secret
profs
récré
ma
leurs
son

Slide 14 - Question de remorquage

C'est un tableau. C'est ______ (mijn) tableau.

Slide 15 - Question ouverte

Là-bas, il y a la chambre de mes parents. C'est ______ (hun) chambre.

Slide 16 - Question ouverte

Au Travail !
  •  Oefen met GL online / Slim Stampen / Bron D en H
  • Herhaal voca A B E op GL online / Slim Stampen.

Slide 17 - Diapositive