4.2 Migranten in de drie wereldsteden

Welkom 5VWO
Aardrijkskunde
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom 5VWO
Aardrijkskunde

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma 
  • HW bespreken 4.1
  • 4.2 Migranten in de drie wereldsteden
    - Nieuwe stof
    - HW nakijken 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
R = Je kent het begrip migrantennetwerk.


T1 = Je kan de verschillende migrantengroepen in de verenigde staten beschrijven.


T2 = Je kan omschrijven welke invloed de internationale en nationale migratie gehad heeft op de drie steden in de V.S.


I = Je kan je mening geven over het huidige migratiebeleid van de V.S.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik 4.1  
New York
Washington
Los Angeles
Economie 
Politiek
Cultuur

Slide 4 - Diapositive

HW nabespreken. Welke van de 2 willen jullie klassikaal nabespreken?
(Van de andere krijgen jullie het antwoordmodel)
A
Vraag 2: Steden en dimensies
B
Vraag 3: Spreidingspatronen van wereldsteden

Slide 5 - Quiz

Antwoordmodel Vraag 2
Opdracht 2:  Steden en dimensies


figuur 4.1 demografische dimensie: bevolkingsomvang
figuur 4.2 demografische dimensie: bevolkingsomvang en -dichtheid
figuur 4.3 economische dimensie: mainport
figuur 4.4 economische dimensie: handel/containervervoer
figuur 4.5 politieke dimensie: militaire macht
figuur 4.6 culturele dimensie: filmwereld, Hollywood
figuur 4.7 economische dimensie: belang en ligging van belangrijke handelsknooppunten met de rest van de wereld

Slide 6 - Diapositive

Antwoordmodel Vraag 3
Opdracht 3 : Spreidingspatronen van wereldsteden

a) mondiaal schaalniveau: sterke concentratie in kernlanden van het wereldsysteem of in snelgroeiende (semi)perifere landen
nationaal schaalniveau (V.S.): concentratie in het noordoosten en het westelijke kustgebied
b) in klasse C
c) Londen, Parijs, Frankfurt, Milaan, Brussel
d) New York en Los Angeles hebben de sterkste positie; Washington valt in een lagere klasse.

Slide 7 - Diapositive

De VS: een immigratieland
Waarom migreerden veel Europeanen naar de V.S.?
Push- en pullfactoren

Slide 8 - Diapositive

Pushfactoren
  • Armoede in Europa
  • Landhonger
  • Gebrek religieuze vrijheid

Pullfactoren
  • Beschikbaarheid van werk
  • Beschikbaarheid van land
  • Meer vrijheid
  • Avontuur
Welke groepen gingen met name emigreren?
Jong, initiatiefrijk

Slide 9 - Diapositive

Wat valt op?
Figuur 4.9 in je boek. Op de volgende slide je antwoord typen. 

Slide 10 - Diapositive

Wat valt op aan figuur 4.9?

Slide 11 - Question ouverte

Wat valt op?
  • Eerst grote groep migranten uit Europa
  • Duidelijke scheiding 
  • Na WOII andere groepen 

Slide 12 - Diapositive

Examenvraag
De migratiestroom van Latijns-Amerika naar Noord-Amerika is vooral te verklaren vanuit één dimensie. Bij de migratie binnen Afrika speelt ook een andere dimensie een belangrijke rol.
Geef aan vanuit welke dimensie de migratiestroom van Latijns-Amerika naar Noord-Amerika vooral te verklaren is, en welke andere dimensie bij de migratie binnen Afrika ook een belangrijke rol speelt.

Slide 13 - Diapositive

De migratiestroom van Latijns-Amerika naar Noord-Amerika is vooral te verklaren vanuit één dimensie. Bij de migratie binnen Afrika speelt ook een andere dimensie een belangrijke rol.
Geef aan vanuit welke dimensie de migratiestroom van Latijns-Amerika naar Noord-Amerika vooral te verklaren is, en welke andere dimensie bij de migratie binnen Afrika ook een belangrijke rol speelt.

Slide 14 - Question ouverte

Antwoord
Migratiestroom van Latijns-Amerika naar Noord-Amerika: vanuit de
economische dimensie.
Migratie binnen Afrika: ook vanuit de politieke dimensie.


LET OP! Situaties veranderen, er zijn onstabiele regio's in Zuid-Amerika waardoor ook de politieke dimensie een rol kan (gaan) spelen. 

Slide 15 - Diapositive

Migratie vanuit Latijns-Amerika
Grote stroom uit Latijns-Amerika, maar VS probeert het tegen te houden.

Filmpje kijken! 

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Wat voor redenen gebruikt Trump voor het bouwen van de muur?

Slide 18 - Question ouverte

Waarom zijn de eisen voor immigratie naar de V.S. aangescherpt?
A
te veel migranten
B
aanslag op het World Trade Center
C
te weinig hoogopgeleide immigranten
D
grote werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Huiswerk 4.2 bespreken
maar eerst...

Is jullie iets opgevallen aan het taalgebruik in de figuren die bij de opdrachten horen? 

Slide 20 - Diapositive

Bij AK ontwikkelen we toch juist ons wereldbeeld!? 


"DE LESBOEKEN CREËREN ZELF STEREOTYPEN AAN DE HAND VAN KOLONIAAL EN RACISTISCH TAALGEBRUIK EN HET BEELD VAN EEN SUPERIEUR EUROPA"

Slide 21 - Diapositive

HW nabespreken. Welke van de 2 willen jullie klassikaal nabespreken?
(Van de andere krijgen jullie het antwoordmodel)
A
Vraag 5: bevolkingsgroepen in de amerikaanse steden
B
Vraag 6: Hispanics in NY

Slide 22 - Quiz

Antwoordmodel Vraag 5
Opdracht 5: Bevolkingsgroepen in de Amerikaanse steden


Wat weten we?
--> Welke stad heeft grootste groep hispanics?
--> Welke stad heeft grootste mix?
--> Welke stad heeft grootste groep afro-amerikanen? 


Slide 23 - Diapositive

Antwoordmodel Vraag 5
Opdracht 5: Bevolkingsgroepen in de Amerikaanse steden

a/b)
A = New York (grote mix) 
B = Washington (actief beleid van regering) 
C = Los Angeles (grote groep hispanics door de ligging) 
D = VS 

Vraag c en d? 

Slide 24 - Diapositive

Antwoordmodel Vraag 5
Opdracht 5: Bevolkingsgroepen in de Amerikaanse steden

c)  
LA meer counties met hoog percentage hispanics dan NY

d) 
Op figuur 4.11 zien we gegevens per buurt in enkele wijken --> ander schaalniveau

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 6: Hispanics in New York

Typ hier je antwoord van vraag 6a en b

Slide 26 - Question ouverte

Antwoordmodel Vraag 6
6a) Hispanics concentreren zich in woonwijken waar mensen uit hun eigen land wonen. Zo ontstaan buurten met relatief veel hispanics. 

b) Als migrant zoek je steun bij mensen uit je eigen taalgebied / via kettingmigratie of familiebanden vindt migratie naar dezelfde wijk plaats.


MIGRANTENNETWERK = 
netwerk van migranten die sterke onderlinge contacten onderhouden. 

Slide 27 - Diapositive

Vraag 6c) Hoe noem je dit verschijnsel?
A
pullfactoren
B
netwerkvorming
C
Invasie en successie
D
kettingmigratie

Slide 28 - Quiz

Leerdoelen 
R = Je kent het begrip migrantennetwerk.


T1 = Je kan de verschillende migrantengroepen in de verenigde staten beschrijven.


T2 = Je kan omschrijven welke invloed de internationale en nationale migratie gehad heeft op de drie steden in de V.S.


I = Je kan je mening geven over het huidige migratiebeleid van de V.S.

Slide 29 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
Zie keuzeprogramma

Slide 30 - Diapositive