Paragraaf 6.5 Nederland is veranderd -2 / Religies

6.5 Nederland is verandert
6.5 Nederland is veranderd
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

6.5 Nederland is verandert
6.5 Nederland is veranderd

Slide 1 - Diapositive

Heb je de uitlegvideo gekeken en de leerdoelen beantwoord?

Slide 2 - Question ouverte

Noem iets uit de video dat je hebt onthouden

Slide 3 - Question ouverte

Doel
Na deze les kun je:
• Je kent de verschillen tussen individualistische en collectivistische culturen
• Je kent de overeenkomsten en de verschillen tussen verschillende wereldreligies
• Je kent de begrippen: wantrouwen, polarisatie en xenofobie en kan deze in eigen woorden uitleggen


Slide 4 - Diapositive

Welke vraag wil je stellen over de leerdoelen?

Slide 5 - Question ouverte

Terugblik
Hier volgt een terugblik naar de vorige paragraaf

Slide 6 - Diapositive

Wanneer is er sprake van assimilatie?
A
Wanneer nieuwkomers zich volledig aanpassen
B
Wanneer er wederzijdse aanpassingen zijn tussen culturen
C
Wanneer mensen van een land naar het andere land verhuizen
D
Wanneer er scheiding bestaat tussen verschillende culturen

Slide 7 - Quiz

Wat zijn assimilatie, segregatie en integratie?
A
Verschillende vormen van immigratie.
B
Manieren van samenleven tussen nieuwkomers en autochtonen.
C
Normen en waarden over hoe je met elkaar om gaat.
D
Belangrijke vrijheden uit de grondwet.

Slide 8 - Quiz

wat is integratie?
A
mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur terwijl ze hun eigen cultuurkenmerken mogen houden.
B
mensen vertrekken naar een ander land.
C
mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
D
alles is onjuist.

Slide 9 - Quiz

Wat is segregatie?
A
Een uitwisseling tussen subculturen
B
Een ander woord voor pluriforme samenleving
C
Een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen
D
Het geloven in je eigen geloof

Slide 10 - Quiz

Uitleg
Hierna volgt een uitleg over paragraaf 6.5

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

25% van alle Nederlanders heeft een migratie-achtergrond

Slide 13 - Diapositive


Polarisatie betekent
A
Dat er een generatieconflict heerst
B
Dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar staan
C
Dat mensen dezelfde belangen hebben
D
Saamhorigheid

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je angst voor vreemdelingen?
A
Acrofobie
B
Xenofobie
C
Arachnofobie
D
Ailurofobie

Slide 15 - Quiz

Waar komt angst voor vreemdelingen vandaag? Gebruik de begrippen wantrouwen en onbegrip.

Slide 16 - Question ouverte



Individualistisch                             Collectivistisch
Ik ben het allerbelangrijkst
Familie en tradities zijn het allerbelangrijkst

Slide 17 - Diapositive

Leg in eigen woorden het verschil tussen individualisme en collectivisme uit

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit dat voor migranten onze individualistische cultuur kan leiden tot onbegrip

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Leg in eigen woorden uit waarom het begrip polarisatie goed bij het vorige filmpje past

Slide 21 - Question ouverte

Vind je het begrip xenofobie ook bij het filmpje passen? Waarom wel niet?

Slide 22 - Question ouverte

Draagvlak creëren betekent ervoor zorgen dat je van tevoren ondersteuning en goedkeuring verwerft voor plannen die je wilt gaan uitvoeren of beslissingen die je wilt gaan nemen. Was er in Geldermalsen genoeg draagvlak? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Op welke manieren kan het draagvlak voor vluchtelingen vergroot worden?

Slide 24 - Question ouverte

Waarom zijn mensen tegen het opvangen van vluchtelingen volgens het filmpje?

Slide 25 - Question ouverte

Verhuizen naar een land met een andere cultuur betekent dat je kennismaakt met andere normen en waarden. Geef hiervan een voorbeeld in Nederland.

Slide 26 - Question ouverte

Omschrijf wat je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Question ouverte

Stel een vraag over iets wat je nog niet goed snapt

Slide 28 - Question ouverte

Huiswerk
Socrative

Slide 29 - Diapositive