Hfst 3 Vol spanning 3. herhaling persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

En ga naar Malmberg.

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 6: Spreken, kijken en luisteren (SO periode 2 is luisteropdr)
Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 9 Media en onderzoek
Les 3: Lezen

Les 5: Woorden

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling:  Daarna Toets Thema 3 jan/feb

Doel deze les: Pv en ww gez

Ik weet hoe ik in een zin de pv en ww. gez. aan kan wijzen. 

Doel: persoonsvorm

Ik weet hoe ik de persoonsvorm in een zin kan vinden. 

Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?

1. Door de zin in een vraagzin te zetten.
2. Door de zin in een andere tijd te zetten.

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Ik heb de persoonsvorm gevonden.

1. ik
2. heb
3. de persoonsvorm
4. gevonden

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Mijn man is aan het klussen.

1. Mijn man
2. is
3. aan
4. het klussen

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Liep hij tegen een boom?

1. liep
2. hij
3. tegen
4. een boom

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin:
Tristan en Lize zitten op de bank te lezen.

1. Tristan en Lize
2. op de bank
3. zitten
4. te lezen

Doel: werkwoordelijk gezegde

Ik weet hoe ik het werkwoordelijk gezegde in een zin kan vinden. 

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. hetzelfde als de persoonsvorm
2. alle werkwoorden in de zin
3. personen, dieren, steden

Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
Tristan en Lize hebben buiten gespeeld.

1. Tristan en Lize
2. hebben
3. hebben gespeeld
4. buiten

Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
De lamp staat op de grond.

1. De lamp
2. staat
3. op de grond

Wat is in de onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde:
Zwom ik in het zwembad?

1. Zwom
2. ik
3. in het zwembad

Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
De tuin staat er mooi bij.

Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
De kinderen hebben gezwommen.

Wat is de pv en het ww gez:
Schrijf ze onder elkaar:
Ferdinand is aan het opruimen.

Dicteewoorden

aangeven

de angst

het avontuur

bereiken

de uitdaging

ontvangen

onvoorspelbaar

spannend

Dicteewoorden

Luister goed en schrijf op!

Heb je hem goed geschreven?

aangeven

Heb je hem goed geschreven?

de angst

Heb je hem goed geschreven?

het avontuur

Heb je hem goed geschreven?

bereiken

Heb je hem goed geschreven?

ontvangen

Heb je hem goed geschreven?

onvoorspelbaar

Heb je hem goed geschreven?

spannend

Heb je hem goed geschreven?

de uitdaging

Afsluiting van de les. 

Doel van de les: Herhaling van vorige doelen

Hoe vind jij dat jij gewerkt hebt?

Bedankt voor jullie aandacht!

We hebben vandaag veel herhaald.