Ne 2425 - Herhalen les 54-57-58-61 + les 62 werkwoordsvorm eindigend op -t of -d

1 / 80
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 80 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom in periode 3 
Nederlands VMBO basis 1
Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid
- schrijfvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- woordenschat
- fictie
NODIG bij het vak Nederlands--> Kern, Chromebook (o.a. NUMO), leesboek, map/schrift en pen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht Periode 3

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2C

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2D

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2D

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2D

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Startklaar
Op je plek zitten 
Telefoon in het Zakkie, Zakkie in je tas!
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui & leesboek
NUMO opstarten en maken (45 min. per week!)

Slide 10 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  • Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om voorkennis te activeren.
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 11 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Deze week - herhalen + les 65
Deze LessonUp hoort bij:

Herhalen les 54: spelling en grammatica --> hulpwerkwoorden en voltooid deelwoord
Herhalen les 57: begrijpend lezen --> betrouwbare bronnen
Herhalen les 58: begrijpend lezen: goede argumenten
Herhalen 61: spelling en grammatica: getallen
Les 62: spelling en grammatica --> werkwoordsvormen op -t of -d

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling en grammatica
Les 54 Hoe schrijf je hulpwerkwoorden en het voltooid deelwoord?

Lesdoel: 
Je leert wat hulpwerkwoorden zijn en schrijft ze met voltooid deelwoord in zinnen.




Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen

Slide 15 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Begrippen uit de les
hulpwerkwoord
hebben - zijn - worden
zullen - kunnen - mogen
moeten - willen
voltooid deelwoord


Slide 16 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Wat heeft 't sexy fokschaap hiermee te maken?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij heeft niets gezegd
Gezegd is ...
A
Voltooid deelwoord
B
Persoonsvorm
C
Hulpwerkwoord

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn moeder heeft het boek gelezen.

gelezen = ?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Hulpwerkwoord

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord staat samen met een hulpwerkwoord in de zin.

Welke hulpwerkwoorden kunnen dat zijn?
A
Hebben
B
Zijn
C
Maken
D
Worden

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een inbreker heeft vorige week de bewoners van een huis wakker gesnurkt.

gesnurkt is in deze zin een....


A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord.
De kinderen hebben erg hard gewerkt op school.
A
Hebben & gewerkt
B
Hebben & erg hard
C
Gerwerkt op school
D
De kinderen hebben gewerkt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Daar lag een wildvreemde man te slapen.

lag is in deze zin een....


A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Daar lag een wildvreemde man te slapen.

(te) slapen is in deze zin een....


A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een voltooid deelwoord hoort altijd
een hulpwerkwoord in de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hulpwerkwoord hoort bij het voltooid deelwoord 'gezien' in de zin: 'Ik heb een mooie film gezien'?
A
mooie
B
gezien
C
film
D
heb

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijpend lezen
Les 57 Hoe beoordeel je bronnen op internet?

Lesdoel: 
Je leert hoe je verschillende bronnen op internet kunt beoordelen.




Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen

Slide 28 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Begrippen uit de les
bronnen
beoordelen
deskundig
neutraal 
actueel
bronnen vergelijken


Slide 29 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is of niet?

Slide 30 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Wanneer is een acteur betrouwbaar?
A
als hij deskundig en onpartijdig is
B
als hij partijdig is
C
als hij zijn mening geeft
D
als hij betrouwbare bronnen gebruikt

Slide 31 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Zijn kranten en tijdschriften betrouwbare bronnen?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat is fake news?
A
Meningen van verschillende journalisten.
B
Echte feiten over actuele gebeurtenissen.
C
Informatie van betrouwbare bronnen.
D
Valse informatie die als nieuws wordt gepresenteerd.

Slide 33 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Waar/niet waar
Bronnen op internet zijn altijd betrouwbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijpend lezen
Les 58 Hoe beoordeel je argumenten in overtuigende teksten?

Lesdoel: 
Je leert hoe je argumenten kunt beoordelen in overtuigende teksten.




Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen

Slide 36 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Begrippen uit de les
argument
uitleg bij mening



Slide 37 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Wat zijn "argumenten" ook alweer?

Slide 38 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Dit is een goed argument:
"Ik vind het boek leuk, omdat ik het snel uit had"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Die film was saai, want ik haat die regisseur.
Is dit een goed argument?
A
Nee, het argument gaat over iets anders dan de mening
B
Nee, het argument bevat foute informatie
C
Nee, het argument is een soort herhaling van de mening
D
Ja

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed argument of niet?
Het is ook beter om niet meer te vliegen naar je vakantiebestemming.
A
Goed
B
Slecht

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een goed argument bevat geen waarheden
A
Juist
B
onjuist

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Die film was saai, want ik haat die regisseur.
Is dit een goed argument?
A
Nee, het argument gaat over iets anders dan de mening
B
Nee, het argument bevat foute informatie
C
Nee, het argument is een soort herhaling van de mening
D
Ja

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed argument bij de stelling:
Winkelen op bestelling moet kunnen.

A
Want dit is beter voor de ondernemers.
B
Want dan kan ik tenminste weer wat kopen.
C
Want dat is niet goed voor de economie.
D
Want anders wordt iedereen werkloos.

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed argument of niet?
Het eten van minder vlees is beter voor het milieu.
A
Goed
B
Slecht

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf je 14e moet je belasting betalen.

Wat is een goed argument?

A
Belasting is belangrijk.
B
Kinderen met een inkomen moeten net als iedereen meebetalen.
C
Kinderen hebben ook baat bij veiligheid en goede wegen.
D
Kinderen hebben ook geld.

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een goed argument bevat geen waarheden
A
Juist
B
onjuist

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling en grammatica
Les 61 Hoe schrijf je getallen?

Lesdoel: 
Je leert wanneer je cijfers in getallen of in letters schrijft.




Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen

Slide 49 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Begrippen uit de les
getallen in letters
getallen in cijfers


Slide 50 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Schrijf dit getal in cijfers:
vijf miljoen vierhonderdtwee

Slide 51 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf dit getal in cijfers:
twaalfhonderdzevenenveertig

Slide 52 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering is waar?
A
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met cijfers. Daarna getallen
B
Alle getallen mag je met cijfers schrijven
C
Alle getallen met je met letters schrijven
D
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met letters, daarna getallen.

Slide 53 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


22. Kies het juiste woord.

Voor grote ronde getallen met veel nullen gebruik je cijfers/letters.
A
cijfers
B
letters

Slide 54 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 55 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling en grammatica
Les 62 Hoe weet je of een werkwoordsvorm op een -t of -d eindigt?

Lesdoel: 
Je leert wanneer een werkwoordsvorm op een -t of -d eindigt.




Slide 56 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen

Slide 57 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Waar denk jij aan bij "luisteren en aandacht geven"?

Slide 58 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
       Voorbeelden

Slide 59 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
           Instructie

Slide 60 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Slide 61 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 62 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 63 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 64 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 65 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 66 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Begrippen uit de les
persoonsvorm tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord



Slide 67 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Schooltaalwoorden
contact: de keer dat iemand of iets wordt aangeraakt
adviseren: raad geven
praktisch: gebaseerd op de praktijk / in het echt
verschuiven: schuivend naar een andere plek brengen
toevoegen (aan) (ergens): bij doen

Slide 68 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 128
- Lees Belangrijk, blz. 128
- Samen maken: opdracht 1 t/m 3, blz. 128
- Zelfstandig werken: opdracht 5 t/m 7 + 9 + 10, blz. 128 + 129

Slide 69 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen. 
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 70 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
                        Antwoorden

Slide 71 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Leerdoelen

Slide 72 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Wanneer geef je iemand echt de aandacht?
A
Als je op je telefoon kijkt tijdens het gesprek.
B
Als je ook met iemand anders praat.
C
Als je de ander ook vragen stelt in het gesprek.
D
Als je tijdens het gesprek je huiswerk maakt.

Slide 73 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wanneer geef je iemand geen of te weinig aandacht?
A
Als je op je telefoon kijkt tijdens het gesprek.
B
Als je de ander aankijkt en af en toe knikt in het gesprek.
C
Als je de ander ook vragen stelt in het gesprek.
D
Als je laat merken dat je meeleeft.

Slide 74 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
          Fictieopdracht periode 3     

Slide 75 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
                Lekker even lezen..........
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 76 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
A
Een 10, zoals gewoonlijk
B
Een voldoende
C
Een onvoldoende
D
Hmmmm, een kleine voldoende, maar ik kan wel iets beter meedoen.

Slide 77 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Terugkijken 
op de leerdoelen
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 78 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Exit ticket: dit doen we mondeling

Slide 79 - Question ouverte

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Eindslide.

Tot de volgende les!

Slide 80 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions