Via Vervolg - T3 - H2 - spelling en grammatica deel 2

VIA Vervolg
Thema 3: 
Planten en dieren

Hoofdstuk 2:
Spelling en grammatica
(deel 2)

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

VIA Vervolg
Thema 3: 
Planten en dieren

Hoofdstuk 2:
Spelling en grammatica
(deel 2)

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
* Ik weet wat een hulpwerkwoord is en kan deze vinden in een zin.

* Ik weet wat een voltooid deelwoord is en kan deze vinden in een zin.

* Ik kan het TaXiKoFSCHiP gebruiken.

* Ik weet wat een werkwoordelijk gezegde is en kan deze vinden in een zin.

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 3 - Diapositive

De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het onderwerp in de zin kun je vinden met de 'wie of wat vraag'.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Theorie: Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is de werkwoordsvorm die aangeeft dat iets is gebeurd.

Een voltooid deelwoord begint met een voorvoegsel: ge-, ver-, her-, er-, be- of ont-.

Een voltooid deelwoord eindigt op -d, -t of -(e)n. 

Slide 7 - Diapositive

Bedenk een voltooid deelwoord wat begint met: be - ge - ver - ont

Slide 8 - Carte mentale

Theorie: hulpwerkwoord
In elke zin staat minimaal 1 werkwoord. 
Het belangrijkste werkwoord in de zin is de persoonsvorm.

De persoonsvorm kan ook een hulpwerkwoord zijn.
Een hulpwerkwoord staat altijd met een ander werkwoord in de zin en dat noemen we het voltooid deelwoord

Veel voorkomende hulpwerkwoorden zijn: hebben, zijn, worden, kunnen, mogen zullen, willen en moeten. 

Slide 9 - Diapositive

Even oefenen
Ik ben naar de dierentuin geweest.

Persoonsvorm (hulpwerkwoord): ben
Voltooid deelwoord (werkwoord): geweest

Werkwoordelijk gezegde: ben geweest. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Het muisje is in de val gelopen.
A
is
B
gelopen

Slide 11 - Quiz

Hij heeft besloten dat hij meegaat op kamp.
Wat is in deze zin de PV (hulpwerkwoord)?
A
heeft
B
besloten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Theorie: sterke en zwakke WW
Onthoud! Alleen een sterk werkwoord veranderd van klank!!!



zwak TT
zwak VT
sterk TT
sterk VT
pak
pakte
ruik
rook
tob
tobde
sluip
sloop
mis
miste
stink
stonk
stap
stapte
drink
dronk

Slide 14 - Diapositive

De poes....(sluipen) elke dag door de tuin.

Slide 15 - Question ouverte

De zwaluw is tegen het raam.....(vliegen)

Slide 16 - Question ouverte

Het meisje heeft alle dieren in het asiel.....(voeren).

Slide 17 - Question ouverte

In de krant.....(lezen) ik laatst een artikel over Greenpace.

Slide 18 - Question ouverte

De bever heeft zijn jongen in veiligheid....(brengen).

Slide 19 - Question ouverte

Gisteren hebben wij de katten geen eten gegeven.
Schrijf alle werkwoorden op.

Slide 20 - Question ouverte

Elke drie weken moet ik de tuin sproeien.
Schrijf alle werkwoorden uit de zin op.

Slide 21 - Question ouverte

In deze dierentuin leven geen ijsberen.
Schrijf alle werkwoorden uit de zin op.

Slide 22 - Question ouverte

Doel behaald?
* Ik weet wat een hulpwerkwoord is en kan deze vinden in een zin.

* Ik weet wat een voltooid deelwoord is en kan deze vinden in een zin.

* Ik kan het TaXiKoFSCHiP gebruiken.

* Ik weet wat een werkwoordelijk gezegde is en kan deze vinden in een zin.

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 9 tot en met 16 in je boek.
Start op bladzijde 220.

Klaar? Studiemeter - Starttaal Online - Via Vervolg - Thema 3 - Spelling en grammatica. 

Succes! 

Slide 24 - Diapositive