Het schrijven van een betoog: Telefoonverbod in de Volkskrant

• Nederlands NT2
• Middelbare school
• vmbo b, havo
• Leerjaar 3

Het schrijven van een betoog over het telefoonverbod

Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

• begrijp je de tekst uit de Volkskrant
• heb je  nieuwe woorden geleerd
• weet je hoe/ kun je een betoog schrijven van minimaal 150 en maximaal 200 woorden waarin je je mening geeft en  onderbouwt met argumenten uit het artikel of je eigen ervaringen

Leesactiviteit

We lezen samen het artikel uit de Volkskrant van 6 januari over het telefoonverbod dat op 8 januari is ingegaan.

Woordenschat

• Bespreking van moeilijke woorden uit artikel
• Je schrijft de betekenissen op in de kantlijn van het artikel of in je woordenschrift.

Wat is een betoog?

Een betoog is een tekst waarin je anderen probeert te overtuigen van jouw mening over iets.

Jij vindt dat jouw mening de juiste is. 

Structuur van een betoog

Alinea 1:

Inleiding + mening: Begin met een leuke start om de aandacht te trekken. Zeg wat je vindt over het onderwerp.

Alinea 2:

Argumenten die jouw mening ondersteunen.  Geef een paar redenen waarom jouw mening goed is. Gebruik voorbeelden, eigen ervaringen of argumenten uit het artikel om het te laten zien.

Alinea 3:

Tegenargumenten. Wat anderen misschien denken.  Bedenk wat anderen zouden kunnen zeggen tegen jouw mening.

Vertel. leg uit waarom zij het misschien fout hebben.

Alinea 4

Afsluiting/conclusie. Vertel nog een keer kort wat jij denkt en waarom.

Nuttige prompts en verbindingswoorden

Je krijgt een hand-out met handige woorden en zinnen bij het schrijven van een betoog.

Schrijfactiviteit

Je gaat nu een betoog schrijven waarin je je mening onderbouwt met argumenten en/of eigen ervaringen.

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.