Schooltaalwoorden

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Schooltaalwoorden

Waarom moeten wij hierover leren mevrouw?

Geef op de volgende slide redenen waarom je schooltaalwoorden moet leren.

Waarom is deze leerinhoud belangrijk voor je schoolloopbaan, maar ook voor je latere leven?

schooltaalwoorden
...het nut...

Welk schooltaalwoord werd weggelaten?

Schooltaalwoorden

• Neem p. 330 uit je werkboek erbij.
• Vul tijdens de quiz het weggelaten woord dat volgens jou past in. 
• Was je antwoord volledig correct?
    Prima, dan moet je niets doen. 
• Was je antwoord correct, maar niet juist geschreven? 
    Duid dit woord dan aan in het blauw of groen.
•  Was je antwoord niet correct?
    Duid dit woord dan aan in het geel of oranje.

Hoe …….. ik de naam van dat meisje?

Yasmine kreeg …………….. om veel te oefenen voor spelling.

Ik ……………. de grootste leerlingen van de klas.

Voor de teambuilding organiseerden de leerkrachten verschillende …………. .

De leerlingen ………….. dat ze hebben gevochten op de speelplaats.

Seyma nam haar gsm en stuurde een korte …………..

Waar in Limburg ……….. Bree?

Je moet dat haakje aan de muur ………….

………………. doen met mijn oma vind ik heel gezellig.

Wiskunde ……………. me beter dan geschiedenis.

Bij de ……………. van een festival komt veel kijken.

Omdat hij maar heel ………. sport, heeft hij geen goede conditie.

Die brochure moet je niet lezen, ze staat immers vol ……….. informatie.

Voor dit probleem moet ik de leerkracht ………….

We …………….. op het strand.

Die papa zorgt voor zijn zoontje en …………….. telefoneert hij met zijn baas.

Wiskunde, natuurwetenschappen en aardrijkskunde zijn …………. vakken.

Mijn knorrende maag is een …………… dat ik honger heb.

Als je twijfelt over de spelling van een woord, ………… je best een woordenboek.

………………. zoals Greenpeace en WWF zijn bezorgd om ons milieu.

Tijdens de werktijd kunnen we extra ………. vragen aan de leerkracht.

De dingen die je meemaakt ………….. een deel van je persoonlijkheid.

Begrijp jij alle ……….. op de verkeersborden?

Waarom prul jij …………….. aan je haren?

Na het belsignaal moeten we op de speelplaats een rij per twee …………….

Maak altijd de PT, ……………. je weet of je de instructie nodig hebt.

De leerlingen van 2A ………… samen een fijne klasgroep.

Iedereen had zich verkleed, ……………. de leerkrachten.

Schooltaalwoorden

• Hoeveel woorden heb je gemarkeerd in het blauw of groen?
• Hoeveel woorden heb je gemarkeerd in het geel of oranje?

• Wat kan je uit je markeringen afleiden?
• Hoe ga je hiermee aan de slag?