Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe ziet het (Fveer,u)-diagram eruit voor de veerkracht? (Fveer = Cu)
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Hoe ziet het (Fz,h)-diagram eruit voor de zwaartekracht? (Fz = mg)
A
B
C
D
Slide 3 - Quiz
Het ei van een vogel valt uit het nest dat 7,0 m boven de grond zit. Het heeft een massa van 0,31 kg. Met welke snelheid valt het ei op de grond? Er is geen luchtwrijving.
A
12 m/s
B
8,3 m/s
C
2,2 m/s
D
123 m/s
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Een kogel wordt weggeschoten door een ingedrukte veer. De veer heeft een veerconstante van 50 N/m en is 20 cm ingedrukt. De massa van de kogel is 0,20 kg. Bereken de snelheid waarmee de kogel wordt weggeschoten.
A
10 m/s
B
3,2 m/s
C
0,32
D
1,0 m/s
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Een veer met veerconstante 50 N/m is al 50 cm uitgerekt doordat ik er een massa aan heb gehangen. Hoeveel arbeid moet ik verrichten om de veer tot 90 cm uit te rekken? (zie het plaatje hiernaast voor het (F,s)-diagram)