Columbus ging op weg in opdracht van de Spaanse koning en koningin. Waarom wilden zij de reis wel betalen?
A
Zij wilden graag op vakantie naar het nieuwe land.
B
Zij hoopten dat hij nieuwe landen zou ontdekken.
Dit zou goed zijn voor de wetenschap in Spanje.
C
Zij hoopten dat hij de Portugezen zou verslaan in
een race. Dit waren de vijanden van Spanje.
D
Zij hoopten dat hij een nieuwe route naar Indië zou
ontdekken. Dit zou goed zijn voor de handel. Spanje zou rijk gaan worden
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisBasisschoolGroep 6
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Columbus ging op weg in opdracht van de Spaanse koning en koningin. Waarom wilden zij de reis wel betalen?
A
Zij wilden graag op vakantie naar het nieuwe land.
B
Zij hoopten dat hij nieuwe landen zou ontdekken.
Dit zou goed zijn voor de wetenschap in Spanje.
C
Zij hoopten dat hij de Portugezen zou verslaan in
een race. Dit waren de vijanden van Spanje.
D
Zij hoopten dat hij een nieuwe route naar Indië zou
ontdekken. Dit zou goed zijn voor de handel. Spanje zou rijk gaan worden
Slide 1 - Quiz
Wat hoort bij de gevaren van de ontdekkingsreizen?
A
Land ontdekken.
B
Aangevallen worden door piraten en schipbreuk lijden.
C
Je kon van de platte aarde afvallen.
D
Het waren saaie reizen.
Slide 2 - Quiz
Wat gebeurde er door de ontdekkingsreizen?
A
Zeevaarders uit Europa verdienden veel aan de
handel.
B
Iedereen wilde een route naar Indië vinden.
C
Zeemannen waren bang voor zeemonsters
D
Veel mensen gingen op vakantie.
Slide 3 - Quiz
Wat wilde Luther, toen hij zijn stellingen bekendmaakte?
A
Hij wilde de rooms-katholieke kerk sluiten.
B
Hij wilde de rooms-katholieke kerk veranderen.
C
Hij wilde een protestantse kerk beginnen.
D
Hij wilde paus worden.
Slide 4 - Quiz
Wat gebeurde er met Luther?
A
Hij werd de paus van zijn eigen kerk.
B
Hij stopte met protesteren tegen de kerk en
sloot vrede met de paus.
C
Hij werd doodgeschoten.
D
Hij bleef protesteren en werd door de paus uit de
rooms-katholieke kerk gezet.
Slide 5 - Quiz
Veel mensen bleven ontevreden over de rooms-katholieke kerk. Wat gebeurde er door deze ruzie in de kerk?
A
Alle kerken werden in brand gestoken.
B
De paus deelde harde straffen uit en zorgde dat de rooms-katholieke kerk de enige christelijke kerk bleef.
C
De paus zette Luther uit de kerk. Luther begon een
nieuwe kerk, de protestantse kerk.
D
Luther werd de paus.
Slide 6 - Quiz
Je krijgt een aantal gebeurtenissen. Wat is de juiste volgorde? Vooraan moet staan wat het eerst gebeurde.
A
Willem van Oranje begint de Opstand tegen Spanje
– Beeldenstorm – Nederland werd een republiek.
B
Beeldenstorm – Willem van Oranje begint de Opstand tegen Spanje – Nederland werd een republiek.
C
Beeldenstorm – Nederland werd een republiek- Willem van Oranje begint de Opstand tegen Spanje.
D
Nederland werd een republiek– Beeldenstorm –
Willem van Oranje begint de Opstand tegen Spanje.
Slide 7 - Quiz
Waarom staat deze zin in het Wilhelmus: ‘De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd’?
A
Willem van Oranje en de Koning waren broers van elkaar.
B
De koning van Spanje en Willem van Oranje
vochten samen tegen de Nederlandse Opstand.
C
Willem van Oranje betaalde altijd trouw zijn
belasting aan de koning van Spanje.
D
De koning van Spanje was de baas in de Nederlanden. Willem van Oranje was zijn dienaar.
Slide 8 - Quiz
De Noordelijke Nederlanden werden een republiek. Wat was er bijzonder aan een republiek?
A
Een Republiek had een koning.
B
De Nederlanden gingen vanaf dat moment samenwerken. Daarvoor waren ze elkaars vijand.
C
De Nederlanden werden het eerste protestantse land ter wereld.
D
De Nederlanden werden een eigen land en hadden
geen koning meer. Ieder ander land had een koning.
Slide 9 - Quiz
Je hebt een aantal 'helden' van de zestiende eeuw beter leren kennen, zoals Luther, Willem Barentsz en Willem van Oranje. Welke dingen deden zij die anderen niet durfden? Er zijn drie antwoorden goed.