Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je aantekeningen erbij
Vandaag:
*Willy, mijn naam is Willy
*Wat je al weet van bestuur Nederlanden
*Nederland krijgt een grondwet
Toets: vrijdag 15 maart
Slide 1 - Diapositive
4.3 Nederland in 1848
Slide 2 - Diapositive
Wat je al weet: Nederland voor 1815
Bedenk, bespreek met je buur en
daarna schrijven we samen op:
Nederland...
na de gewonnen oorlog met Spanje (1648)
tijdens Napoleon 1799-1813
Beslissingen werden genomen door...?
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Staten Generaal.
Napoleon, samen met zijn ministers
Burgers hadden inspraak...?
Hele rijke burgers hebben inspraak (regenten)
Nee
Had een koning...?
Nee
Nee geen Nederlandse koning, maar wel Napoleon als keizer.
timer
3:00
Slide 3 - Diapositive
Wat je al weet: Nederland voor 1815
Nederland...
na de gewonnen oorlog met Spanje 1648
tijdens Napoleon 1799-1813
Beslissingen werden genomen door...?
Staten-Generaal en Gewestelijke Staten
Napoleon en zijn ministers
Burgers hadden inspraak...?
Alleen hele rijke burgers in het bestuur (regenten)
Nee
Had een koning...?
Nee (Republiek!)
Ja, eigenlijk een keizer: Napoleon
Slide 4 - Diapositive
Wat je al weet...
Wat wilden Franse burgers met de Franse Revolutie bereiken? (gebruik de begrippen standensamenleving en privileges)
Ze wilden inspraak in bestuur. Arme burgers mogen meedoen met bestuur en niet alleen de rijken=adel. Vrijheid en gelijkheid.
Wat gebeurde met de koning van Frankrijk na de Franse
Koning wordt onthoofd. Ze wilden zn vrouw ook onthoofden. Veel adel werd onthoofd. > Chaos
Slide 5 - Diapositive
Terugblik: Nederland voor 1815
In H2 heb je geleerd dat Nederland na een 80 jarige oorlog met de Spaanse koning
- zelfstandig werd
- zonder koning
- een Republiek werd die bestuurd werd door regenten (rijke burgers)
Slide 6 - Diapositive
Terugblik: Nederland voor 1815
In H3 heb je geleerd dat in Frankrijk een revolutie uitbrak waarin het volk vrijheid en gelijkheid eiste
- de Franse koning en de adel mochten niet langer privileges hebben
- Frankrijk kreeg een volksvergadering - de revolutie zorgde voor rechten voor burgers, maar ook voor chaos (denk aan de guillotine)
in de chaos van de revolutie greep Napoleon de macht. Napoleon veroverde ook Nederland
Slide 7 - Diapositive
Leerdoelen 4.3
Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.
Zorg dat je de begrippen in de leerdoelen en de leerdoelen zelf kunt uitleggen.
Slide 8 - Diapositive
Nederland krijgt weer een koning
1813: Napoleon weg uit Nederland
Nederlanders willen eigen bestuur
Maar democratische revoluties zorgden ook voor onrust > behoefte aan 1 sterke leider
1815: Willem I wordt de nieuwe koning
Wel met een parlement
Slide 9 - Diapositive
Een koning en een parlement, was Nederland dan democratisch?
Niet echt, de koning bepaalde heel veel zelf...
wees de ministers aan
bepaalde voor een deel wie in het parlement kwam, een deel werd gekozen door een kleine groep belangrijke mannen
Slide 10 - Diapositive
Een koning en een parlement, was Nederland dan democratisch?
>> Lees voor jezelf in stilte 4.3 het stukje
'Het Koninkrijk der Nederlanden'
>> Schrijf daarna in je aantekening:
1. Redenen waarom Nederland wel of niet democratisch was onder Willem I
2. Wat deed Willem I voor de Nederlandse economie en waarom was dat nodig?
timer
10:00
Slide 11 - Diapositive
Oke dat was de politiek. Hoe zat het dan met Nederland en de Industriële Revolutie?
Na de 'Gouden Eeuw' ging het economisch een tijdje niet zo goed met Nederland. Vooral het Noorden dat veel van de handel had geprofiteerd, leefde nu in armoede.
De provincies in het Noorden liepen heel erg achter op de industrialisering.
Willem I probeerde dat te veranderen en liet heel veel wegen en kanalen aanleggen
Slide 12 - Diapositive
schooltv.nl
Slide 13 - Lien
Welkom!
Vandaag:
Huiswerk bespreken in ieder geval: 4, 6 en 9
Afmaken aantekening 4.3.
Liberaal of socialist?
Slide 14 - Diapositive
De liberalen
Liberaal betekent vrij
Veel burgers waren het niet eens met het bestuur van Willem I. Ze wilden vrij zijn om zelf het land te besturen. Deze beweging heette het liberalisme.
In de praktijk ging het vooral om de invloed op het bestuur van rijke burgers
Slide 15 - Diapositive
Wat wilden de liberalen?
Liberalen wilden vooral zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
- vrijheid voor ondernemers
- weinig regels: die beperken de groei van de handel en industrie
Slide 16 - Diapositive
De grondwet van 1848
1840: Willem II volgt zijn vader op
Willem II wil net als zijn vader niets weten van meer inspraak van burgers.
Maar door revoluties in Europa en relletjes in Nederland ziet hij in dat burgers inspraak moeten krijgen
Hij geeft de leider van de liberalen Rudolf Thorbecke (afbeelding) de opdracht op een grondwet op te stellen
Slide 17 - Diapositive
schooltv.nl
Slide 18 - Lien
Wat stond er in die grondwet?
Parlement heeft de hoogste macht, ministers maken plannen voor wetten en uitgaven
ministers aangewezen door parlement
alle parlementsleden worden gekozen (door rijke mannen...)
Nederland werd een parlementaire democratie
Slide 19 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Iedereen heeft recht op een goede woning. Rijke mensen kunnen meer belasting betalen om arme mensen daarmee te helpen.
Slide 20 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Iedereen moet zichzelf zoveel mogelijk zelf kunnen redden in de wereld.
Slide 21 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Stakingsrecht voor arbeiders beperkt de vrijheid van de ondernemer en is schadelijk voor de economie.
Slide 22 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Niet iedereen kan voor zichzelf opkomen, daarom moeten regels mensen beschermen tegen bijvoorbeeld slechte werkomstandigheden.
Slide 23 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Hoge belastingen zijn een beperking van de vrijheid van mensen om zelf te kiezen wat ze met hun geld doen.
Slide 24 - Diapositive
Liberaal of socialist?
Om vrij te kunnen zijn moeten mensen ook gelijk aan elkaar zijn.
Slide 25 - Diapositive
Aan de slag in je boek
Lees de leertekst van 4.3 'Nederland in 1848' en 'nieuwe uitvindingen'
Maak opdrachten: 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 13
Ga daarna weer verder met deze LessonUp
Slide 26 - Diapositive
Afsluiten 4.3
Maak nu een korte samenvatting van de paragraaf door de leerdoelen uit te leggen in je aantekeningen:
Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.