Venapunctie

Venapunctie



kennis en quiz!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SkillsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Venapunctie



kennis en quiz!

Slide 1 - Diapositive

Vraag 1
Bloedafname gebeurt in de oppervlakkige aders (venen). 

Er worden in het boe/ protocol vier geschikte plaatsen genoemd voor bloedafname, welke plaatsen zijn dit?

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn geschikte plaatsen voor bloedafname?

Slide 3 - Carte mentale



Plekken die geschikt zijn voor bloedafname zijn oppervlakkige aders van de elleboog, handrug, onderarm en ook de enkels. De elleboogplooi is het gemakkelijkst en geeft het minste pijn, deze is dus het meest geschikt voor bloedafname.


Slide 4 - Diapositive

Je neemt bloed af met  met een gesloten vacuümsysteem. Met dit systeem kunnen meerdere buisjes bloed op een veilige en hygiënische manier worden afgenomen.De werking van het systeem berust op de onderdruk in de bloedbuizen.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 2
Er zijn drie geschikte aderen in de elleboogsplooi, echter de ene ader is beter geschikt dan de andere. 

Vraag:
Sleep de meest geschikte ader naar nummer 1, de ader die daarop volgt naar 2 en de laatste naar  3. 

Slide 6 - Diapositive

1
2
3
Vena mediana 
cubiti
Vena cephalica
Vena Basilica

Slide 7 - Question de remorquage

Vraag 3: welke complicaties kan je tegenkomen tijdens het uitvoeren vd venapunctie?

Slide 8 - Carte mentale

Complicaties

- ader wordt niet voldoende zichtbaar
- ader voelt hard aan
-ader rolt weg
- er stroomt helderrood pulserend bloed in de buis ->  afdrukken
- er ontstaat een zwelling of hematoom
- misprikken

Slide 9 - Diapositive

Vraag 4
Als doktersassistente is het belangrijk om te weten wat de contra- indicaties zijn voor het verrichten van een venapunctie op bepaalde plaatsen of extremiteit(en).

Vraag:
Typ de contra-indicaties in die je nog weet

Slide 10 - Diapositive

Contra- indicaties
voor venapunctie

Slide 11 - Carte mentale

Contra- indicaties venapunctie
Shunt (dialyse)
Trauma aan extremiteit
Trombose of oedemateus gebied
Huiddefecten (bestraald of ontstoken gebied-littekens-moedervlekken-huiduitslag etc.)
Aan zijde met perifeer infuus of totale mastectomie
Verlamde ledematen
Bij voorkeur niet in de arm bij nierfalen

Slide 12 - Diapositive

Vraag 5
Soms zijn bloedvaten slecht te zien en/ of voelen. Bijvoorbeeld bij iemand met een donkere huidskleur, door slechte vulling van de vaten door dehydratie, vasoconstrictie door angst/stress, een lage bloeddruk of aanleg. Er zijn tips om de aders zo goed zichtbaar mogelijk te krijgen.

Vraag:
Probeer zoveel mogelijk tips op te noemen.

Slide 13 - Diapositive

Tips zicht- en/of
voelbaar
maken venen

Slide 14 - Carte mentale

Vraag 6: na hoeveel keer verkeerd prikken moet je de venapunctie overdragen aan een collega?
A
1x
B
3x
C
2x
D
4x

Slide 15 - Quiz

Vraag 7: mevr. Pietersen heeft een hematoom opgelopen tijdens de venapunctie. Wat betekent dit?
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
mevrouw lijdt aan een stollingsziekte.
C
huidafwijking op basis van een schimmel
D
mevrouw reageert heel extreem op aanprikken

Slide 16 - Quiz

Samenvatting (1)
- Huiddesinfectie alleen  bij afname van bloed voor een bloedkweek en bij patiënten met een verminderde weerstand.
- Als er geen bloed in de buis komt, kun je de naald voorzichtig wat terugtrekken. Zoek echter niet te lang!
- Houd de stuwband nooit langer dan 2 minuten aangetrokken



Slide 17 - Diapositive

Samenvatting (2)
- Na twee keer een mislukte prikpoging, vraag een collega. Iedere keer om toestemming van patiënt vragen
- Stuwband direct losmaken wanneer er meteen na inbrengen van de naald een bloeduitstorting ontstaat.
- Bloedbuizen rustig zwenken; niet schudden!

Slide 18 - Diapositive

Samenvatting (3)
- Een patiënt valt minder vaak flauw als hij voor afname een halve liter water drinkt en tijdens de afname zijn bilspieren aanspant en de benen gekruist zijn.
- Naalden direct in naaldencontainer!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive