Rekenen les 6 D1 Paragraaf 1.5

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 6
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.5 Andere maten en voorvoegsels

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 1.5 Andere maten en voorvoegsels
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.5
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.5
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe reken je in de praktijk?
Fatima studeert twee dagen per week en werkt drie dagen per week als sociaal werker. Van haar werkgever heeft Fatima een tablet gekregen met een geheugen van 4 GB. Voor haar opleiding moet Fatima twee programma´s downloaden. Die verbruiken samen gemiddeld 520 MB. Voor haar werk heeft Fatima vier programma´s nodig. Die verbruiken samen gemiddeld 830 MB.

Bereken hoeveel MB Fatima nog over heeft op haar tablet.

timer
6:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Hoeveel MB heeft Fatima nog over op haar tablet?
Bij deze opdracht kan je liggend geld oprapen. Je hoeft alleen maar te bukken!
A
26,5 GB
B
265 GB
C
265 MB
D
2650 MB

Slide 5 - Quiz

1 GB = 1000 MB
4GB = 4000 MB

520 + 830 MB = 1350 MB

4000 - 1350 MB = 2650 MB

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Maak de opdrachten van par. 1.5.
  • Meld je tijdig voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik beoordeel je opdracht en voorzie die van een cijfer en persoonlijke feedback. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Oefenen met de basisvaardigheden
Tijdens de basisroute behandelen we alle lesstof die wordt getoetst bij het examen rekenen. We herhalen daarnaast een deel van de basisvaardigheden. 

Deze week behandelen we een deel van de lesstof over grote getallen, en tijd en snelheid.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Grote getallen

Leerdoelen


  • Ik ken de schrijfwijze, betekenis en uitspraak van grote getallen.



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





49 miljard schrijf je in cijfers als ...


A
49 000 000
B
49 000 000 000

Slide 9 - Quiz

49 + 9 nullen = 49 000 000 000




5,503 miljoen schrijf je in cijfers als ...


A
5 503 000
B
55 030 000

Slide 10 - Quiz

5 x 1 000 000 = 5 000 000 
0,503 x 1 000 000 = 503 000 

5 000 000 + 503 000 = 5 503 000

Tijd en snelheid (2)

Leerdoelen


  • Ik kan snelheidseenheden omrekenen.



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Rond af op één decimaal.

71 km/h =
A
0,71 km/min
B
0,7 km/min
C
1,18 km/min
D
1,2 km/min

Slide 12 - Quiz

1 uur = 60 minuten

71 km : 60 minuten = 1,18 = 1,2 km/min 


Rond af op één decimaal.

53 km/h =
A
0,147 m/s
B
1,47 m/s
C
14,7 m/s
D
147,0 m/s

Slide 13 - Quiz

1 km = 1000 meter
53 km = 53 x 1000 = 53000 m

1 uur = 60 m x 60 s = 3600 seconden

53000 m : 3600 = 14,72 = 14,7 m/s





0,75 km/min =
A
27 km/h
B
45 km/h
C
270 km/h
D
450 km/h

Slide 14 - Quiz

0,75 km x 60 minuten = 45 km/h
timer
5:00
Pauze

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.5 Andere maten en voorvoegsels

Leerdoelen


  • Ik ken voorvoegsels bij maten.
  • Ik ken een aantal andere maten, zoals temperatuur, snelheid en geheugenomvang.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





1000 kilobyte =
A
1 megabyte
B
1 gigabyte
C
1 terabyte
D
Ik weet het niet.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





520 MB =
A
0,052 TB
B
5,2 GB
C
520 000 KB
D
A + B + C

Slide 18 - Quiz

520 MB x 1000 = 520 000 KB

520 MB : 1000 = 0,52 GB
520 MB : 1000 : 1000 = 0,00052 TB



Frits doet over een fietstocht van 36 km ongeveer 180 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid per uur?


A
2 kilometer per uur
B
5 kilometer per uur
C
10 kilometer per uur
D
12 kilometer per uur

Slide 19 - Quiz

180 minuten = 3 uur

36 : 3 = 12 km/h


Wat kies jij?
Ik maak de online opdrachten nu .
Ik maak de online opdrachten later. 
Ga aan de slag!
Maak een planning!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de basisroute
  • Maak de opdrachten van par. 1.5.
 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.5 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Examenopdracht
Karim vliegt van Amsterdam via Londen naar
New York. Het vliegtuig vertrekt om 13:07 uur.
De totale vluchttijd bedraagt 8,5 uur.

a. Bereken hoe laat Karim in New York plaatselijke
    tijd aankomt.

b. Leg in je eigen woorden uit welke informatie
    in de afbeelding voor deze som overbodig is.



timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a 

Bereken de aankomst in Nederlandse tijd
13:07 + 08:30 = 21:37 uur

Bereken de aankomsttijd in plaatselijke tijd
21:37 - 06:00 = 15:37 uur

Opdracht b

De informatie over Londen is eigenlijk overbodig. Je hebt die niet nodig om deze som te kunnen berekenen. 





Wat weet je al?
Je weet de vertrektijd in Amsterdam.
Die is 13:07 uur. 

Je weet de duur van de vlucht.
Die bedraagt 8,5 uur.

Je weet de tijdweergave in New York.
Die is zes uur vroeger.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen
  • Ik ken voorvoegsels bij maten.
  • Ik ken een aantal andere maten, zoals temperatuur, 
     snelheid en geheugenomvang.

Volgende week

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions