H3 Klimaat herhaling en afronden
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Diapositive
Noem twee klimaten die voorkomen op lage breedte.
Slide 3 - Question ouverte
Je ziet hieronder vijf klimaten. Schuif de juiste kenmerken naar de juiste klimaten.
Zeeklimaat
Woestijnklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Poolklimaat
Vriest bijna heel het jaar.
Het valt minder dan 250 mm neerslag per jaar.
Koude winters, hete zomers
Bomen hele jaar groen, > 18 graden Celsius
Koele zomers en milde winters
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Waarom is het op de Evenaar warmer dan rond de Noordpool?
Slide 7 - Question ouverte
Vul aan: hoe hoger je de berg op komt...
Slide 8 - Question ouverte
Hoe hoger hoe kouder! per kilometer omhoog is het
A
0.6 graden kouder
B
2 graden kouder
C
1 graad kouder
D
6 graden kouder
Slide 9 - Quiz
In hoeveel uren draait de aarde om zijn eigen as?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe lang doet de aarde erover om om de zon te draaien?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken
Slide 13 - Quiz
Hoe ontstaat neerslag?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Hoe verder landinwaarts, hoe ..... de invloed van zee.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Wat zijn de 3 weerselementen?
