H3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Wat is klimaat?
A
Het weer
B
Het gemiddelde weer in 30 jaar
C
Het weer in de hele wereld
1 / 27
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is klimaat?
A
Het weer
B
Het gemiddelde weer in 30 jaar
C
Het weer in de hele wereld

Slide 1 - Quiz

Wat voor klimaat heeft Nederland? kies uit: land klimaat, zee klimaat, gematigd zeeklimaat.
A
land klimaat
B
zee klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
Matigend koud klimaat

Slide 2 - Quiz

tropisch klimaat of woestijn klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
woestijn klimaat

Slide 3 - Quiz

Welkom allemaal! 
Deze les
  • deel  1: Kort herhalen en afronden 3.1
  • deel 2 nieuwe paragraaf 3.2 bespreken



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Noem twee klimaten die voorkomen op lage breedte.

Slide 6 - Question ouverte

In de gematigde breedte liggen twee klimaten, welke twee zijn dit?

Slide 7 - Question ouverte

Je ziet hieronder vijf klimaten. Schuif de juiste kenmerken naar de juiste klimaten.
Zeeklimaat

Woestijnklimaat

Landklimaat

Tropisch klimaat

Poolklimaat
Vriest bijna heel het jaar.
Het valt minder dan 250 mm neerslag per jaar.
Koude winters, hete zomers
Bomen hele jaar groen, > 18 graden Celsius
Koele zomers en milde winters

Slide 8 - Question de remorquage

3.2 Temperatuurverschillen op aarde
deel 2
we lezen de paragraaf 'Breedteligging'

Slide 9 - Diapositive

Bekijk deze afbeelding goed, je krijgt hier zo een vraag over.

Slide 10 - Diapositive

Dichtbij de evenaar noem je hoge breedteligging
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn

Slide 12 - Quiz

Hoe hoger de breedteligging, hoe warmer het wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Waarom is het op de Evenaar warmer dan rond de Noordpool?

Slide 14 - Question ouverte

We lezen; 
'Hoe hoger hoe kouder'

Slide 15 - Diapositive

Vul aan: hoe hoger je de berg op komt hoe .... het wordt

Slide 16 - Question ouverte

We lezen:

'De draaiing van de aarde om de zon'

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 500 meter omhoog gaat?
A
6 graden
B
3 graden
C
2 graden
D
9 graden

Slide 19 - Quiz

Wat ligt het hoogst in de bergen?
A
loofboomgordel
B
naaldboomgordel
C
alpenweide

Slide 20 - Quiz

In hoeveel uren draait de aarde om zijn eigen as?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe lang doet de aarde erover om om de zon te draaien?

Slide 22 - Question ouverte

Een ander woord voor dampkring is atmosfeer.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Seizoenen ontstaan door de draaiing van de zon.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Wat ontstaat er door de draaiing van de aarde om de zon?
A
Winden
B
Neerslag
C
Seizoen (jaargetijden)
D
Dag en nacht

Slide 25 - Quiz

De noord- en zuidpool
liggen op...
A
lage breedte
B
hoge breedte
C
gematigde breedte
D
smalle breedte

Slide 26 - Quiz

Als je van de evenaar naar de noordpool of zuidpool reist wordt het steeds...
A
Kouder
B
Warmer

Slide 27 - Quiz