Hartinfarct, hartfalen en een hoge bloeddruk

Hartinfarct, hartfalen en een hoge bloeddruk


 ziekten van het circulatiestelsel
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AfpMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hartinfarct, hartfalen en een hoge bloeddruk


 ziekten van het circulatiestelsel

Slide 1 - Diapositive

Hartinfarct
Een hartinfarct (myocardinfarct) ontstaat wanneer er door een plotselinge afsluiting van de kransslagader(s) een deel van de hartspier geen zuurstof meer krijgt en niet meer goed kan samentrekken.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

slagader verkalking

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 6 - Quiz

In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Oorzaken
  • roken
  • stress
  • overgewicht
  • hoge bloeddruk
  • hoog cholesterol
  • diabetes





Een hartinfarct wordt veroorzaakt door het dichtslibben (atherosclerose) van de kransslagader, waardoor zuurstoftekort optreedt in de hartspier.

Slide 9 - Diapositive

Symptomen
  • drukkende pijn op de borst (‘bandgevoel’), uitstralende pijn naar arm(en), schouderbladen en/of kaak, langer dan een halfuur
  • transpireren, misselijkheid, braken
  • onrustig gevoel of angst
  • geen reactie op nitraten (bloedvat verwijder)
  • vaak voorafgaand aan het hartinfarct last van vermoeidheid en neerslachtigheid




Slide 10 - Diapositive

Klachten bij mannen en vrouwen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Voor welke letters staan de afkorting ECG

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het doel van de elektroden die worden aangebracht om een ecg te maken?
A
Elektrische signalen opvangen van het hart
B
Elektrische prikkels geven aan het hart
C
Beide

Slide 14 - Quiz

Diagnose
ECG

Slide 15 - Diapositive

Dotteren/stent






Of bypassoperatie

Slide 16 - Diapositive

Doel medicijnen
  • het bloed minder snel te laten samenklonteren 
  • de vorming van bloedstolsels tegen te gaan (antistollingsmiddelen);
  • de bloeddruk te verlagen (erectieproblemen);
  • het hartritme te verlagen of te regelen;
  • het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen
Therapietrouw 




Slide 17 - Diapositive

Taken verzorgende IG:
  1. Observeren van herhaling van klachten (Let hierbij op uiting van pijn-op-de-borst-klachten, pijn tussen de schouderbladen, krampgevoel in de kaak en pijnlijk gevoel in de arm(en)).
  2. Observatie en begeleiding van het algeheel welbevinden van de zorgvrager. 
  3. Observatie of de zorgvrager zich houdt aan de leefregels die voor hem gelden. 

Slide 18 - Diapositive

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart verstopt raakt?
A
hartfalen
B
hartbloeding
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 19 - Quiz

Welke structuur sterft door zuurstofgebrek bij een hartinfarct?
A
kransslagader
B
hartkleppen
C
myocard
D
rode bloedcellen

Slide 20 - Quiz

moe
pijn linker arm
drukken-de pijn
duizelig
pijn kaak
vage pijn

Slide 21 - Question de remorquage

het openmaken van een bloedvat met een ballonnetje noemen we:
A
bloedverdunnen
B
bypass
C
dotteren
D
preventie

Slide 22 - Quiz

Hartfalen
Verstoorde pompfunctie van het hart (decompensatio cordis)

Slide 23 - Diapositive

Klachten
  • kortademigheid bij inspanning en later ook in rust doordat het lichaam te weinig zuurstof rond pompt
  • vochtophoping door verminderde pompfunctie. Dit kan leiden tot oedeem laag in de benen dat zich langzaam uitbreidt tot in de rest van de benen, koude armen en benen, opgezet gevoel in de maag, geen eetlust en pijn rechtsboven in de buik
  • vermoeidheid
  • hoesten door vochtophoping in de longen
  • benauwdheid bij liggen door vochtophoping in de longen





Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Hypertensie
De bloeddruk is de druk van het bloed op de bloedvatwand.
Systole - diastole
RR: 140/90 (Riva-Rocci)



In de meeste gevallen (85%) wordt geen oorzaak gevonden voor hypertensie.

Slide 28 - Diapositive

Tijdens welke fase pompt het hart bloed in de slagaders?

A
Tijdens de systole
B
Tijdens de diastole
C
Zowel tijdens de systole als diastole
D
Dat is verschillend per harthelft

Slide 29 - Quiz

Gevolgen
  • Hartinfarct of beroerte: de hoge druk kan de wanden van je bloedvaten beschadigen. Er kunnen zich stofjes, zoals cholesterol ophopen. Je bloedvaten worden nauwer, en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe.
  • Hartfalen: ​Bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan.
  • Schade aan andere organen: ook je ogen en nieren kunnen bijvoorbeeld schade oplopen.

Slide 30 - Diapositive