Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
2.5 Kolonialisme en slavernij
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van de les weet je;
- welke handel tussen werelddelen plaatsvond.
-hoe de slavenhandel zich ontwikkelde.
- welke gevolgen de Europese expansie had voor planten en dieren.
Slide 2 - Diapositive
Las Casas, priester die indirect verantwoordelijk is voor de slavenhandel in Afrikanen.
Indianen moesten werken in zilvermijnen.
Door het zware werk, de mishandeling en ziektes stierven velen.
Veel immigranten trouwden met een indiaanse vrouw.
Hierdoor ontstond een etnisch gemengde samenleving.
De Spanjaarden wilden het katholieke geloof verspreiden onder de indianen.
Slide 3 - Question de remorquage
Sorteer de gebeurtenissen op oorzaken en gevolgen van het ontdekkingsreizen in de 16e eeuw
Oorzaken
Gevolgen
betere kaarten
sterfte onder Indianen groot
Slavernij
Christendom groeit
luxeproducten brengen veel geld op
Turken vragen extra belasting aan handelaren
Christendom uit willen breiden.
Slide 4 - Question de remorquage
Waarom Slavernij?
Het klimaat in Zuid-Amerika is perfect voor het verbouwen van o.a. suikerriet (Arabisch), koffie (Aziatisch), bananen (Oost-Afrikaans) en meloen (Zuid-Europees)
Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
De oorspronkelijke bewoners van dit gebied (indianen) waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord.
Slide 5 - Diapositive
Fort El Mina
Portugezen kochten op de West-Afrikaanse kust slaven -> die moesten werken op de plantages in Brazilië (Portugese kolonie) -> eerst inheemse indianen geprobeerd, maar die waren niet sterk genoeg en stierven bij bosjes door de ziekten die de Europeanen overbrachten -> Afrikaanse slaven sterker.
Hoe komen ze aan slaven? -> Door onderlinge oorlogen Afrikaanse stammen worden krijgsgevangenen verkocht aan o.a. Portugese slavenhandelaren.
Slide 6 - Diapositive
Afrikaanse stammen waren niet constant in oorlog, dus ook geen constante toevoer van slaven -> Portugal bouwde fort El Mina om slaven 'op te slaan'.
Slide 7 - Diapositive
Brazilië en slavenhandel
In 1630 veroverde de WIC Portugees Brazilië + (slaven)plantages -> er waren slaven nodig -> fort El Mina werd veroverd.
Aruba, Bonaire en Curaçao werden doorvoerstations voor Suriname/Brazilië
Weinig Nederlanders wilden in de kolonies wonen -> na 20 jaar werd Brazilië opgegeven.
WIC bleef wel in de trans-Atlantische slavenhandel
Slide 8 - Diapositive
0
Slide 9 - Vidéo
Transatlantische slavenhandel
Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen slaven: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam.
Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika.
De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slaven
Slaven waren duur = dus belangrijk om ze gezond te houden -> 20% overleefde overtocht niet = hetzelfde als de scheepsbemanning -> maakten elkaar ziek met ziektes.
Op slavenmarkten werden slaven gebrandmerkt = eigendomsbewijs
Constant nieuwe slaven nodig door wrede behandeling en inheemse en Europese ziektes.
Slide 12 - Diapositive
Plantagekolonie Suriname
Grootste plantagekolonie van de Republiek
Suikerriet- en koffieplantages
Opbrengst ging naar Europa
Vaak vluchtten de slaven (marrons = letterlijk 'gevlucht vee') het oerwoud in -> overvielen plantages om slaven te bevrijden en om aan vrouwen te komen.
1 juli 1863 werd slavernij verboden -> Keti Koti = verbroken ketting
Slide 13 - Diapositive
Driehoekshandel WIC
Nijverheidprodroducten Zoals stoffen, Rum etc.
Slaven
Ruwe grondstoffen
Zoals Suiker, Katoen en tabak
Slide 14 - Question de remorquage
Kijk de opdrachten na van 2.4 (1-3-4 en 6)
Slide 15 - Diapositive
video
Bekijk de video op de volgende slide tot minuut 7.
Maar daarna de puzzelopdracht en lever die in.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Voeg een screenshot toe van de gemaakte puzzel. (Gebruik het programma knippen en aantekenen)