Kwis 1

• Economie
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is de laatste schakel in de logistieke keten?

1. Ontvanger
2. Expediteur
3. Transporteur
4. Groothandel

Wat wordt bedoeld met goederenstroom?

1. De weg die goederen afleggen van producent tot consument
2. De weg die goederen afleggen van producent tot de winkel
3. Een stroom van goederen door de rivier
4. De weg die goederen afleggen van producent tot transporteur.

Fatima heeft een modewinkel , ze maakt reclame op facebook omdat ze meer omzet wil, welke detailhandelsfunctie is dit :

1. Maatschappelijke functie
2. Omzet functie
3. Commerciële functie
4. Kennis functie

De detailhandel overbrugt verschil in kennis. Welke activiteit hoort hier bij:

1. Goederen uitpakken
2. Goederen verzenden
3. Goederen opslaan
4. Verkoopgesprek

Wat wordt bedoeld met een bestel moment?

1. Het moment dat de winkelier merkt dat de voorraad op is
2. Het moment dat de winkelier de bestelling plaatst
3. Het moment van afleveren van de goederen
4. Het betalen van de factuur

Wat wordt bedoeld met interne route?

1. De weg die goederen afleggen binnen de winkel
2. De weg die goederen afleggen van distributiecentrum naar de winkel
3. De weg die goederen afleggen van producent naar groothandel
4. De weg die een online bestelling aflegt

Wat is het doel van een achterdeurprocedure?

1. Om s'avonds na het werk het personeel op diefstal te controleren
2. Een procedure om medewerkers bij te laten houden of de achterdeur gesloten is.
3. Een procedure om de veiligheid van medewerkers bij het lossen van vracht te waarborgen
4. Een procedure om In de gaten te houden dat er altijd aan de achterkant gelost wordt.

Wat is een integrale controle?

1. Een steekproef controle
2. Een totale controle
3. Een kwantitatieve controle
4. Een kwalitatieve controle

Wat staat er niet op een vrachtbrief?

1. De afzender
2. Het aantal colli
3. De artikelnummers
4. Het gewicht van de zending

Een winkelmedewerker van de Gamma wil een schuurmachine van Bosch verkopen. Het systeem geeft aan dat er 2 moeten zijn, echter ze zijn er niet. Het verschil is ontstaan door een fout bij het inboeken van de voorraad. Dit is:

1. Onbekende criminele derving
2. Bekende criminele derving
3. Bekende niet criminele derving
4. Onbekende niet criminele derving

Wat is een back-order?

1. Artikelen die de leverancier niet kan leveren, en gereserveerd worden voor een volgend levermoment
2. Een order waar de leverancier merkt dat er veel beschadigingen tussen zitten.
3. Een formulier om de achterdeurprocedure te registreren
4. Hetzelfde als de MBTv lijst

Wat staat er in de leveringsvoorwaarden van een leverancier?

1. De verkoopprijs
2. De aansprakelijkheid bij leveringen
3. Het gewicht van een product
4. Het vervoersbedrijf

Waar staat de R voor bij de RAAK-formule?

1. Rechtse directe
2. Rennen
3. Rust
4. Reactie

Wat is de technische voorraad?

1. De administratieve voorraad
2. De werkelijke voorraad
3. Als er geen voorraad is
4. voorraad om geen 'nee' te verkopen

Wat is de administratieve voorraad?

1. De werkelijke voorraad in de winkel
2. De voorraad in het computer systeem

Wat is reclameren :

1. Reclame maken
2. Klagen bij een leidinggevende
3. De leverancier informeren over leverproblemen zoals beschadigingen
4. Als iets nog niet geleverd is maar wel bestelt

Wat is een dolly:

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is de basis van het FiFo vullen?

1. Oude artikelen vooraan in het schap
2. Oude artikelen achteraan in het schap
3. Nieuwe artikelen niet in het schap plaatsen
4. Nieuwe artikelen vooraan in het schap

Aandachtspunten bij goederenopslag zijn:

1. Omzet, winst
2. Aantal, omzetsnelheid
3. Eigenschappen , winst
4. Grootte, personeel

Wat is een kooiaap?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is omzetsnelheid?

1. Hoe vaak verkoop ik mijn voorraad
2. Verhouding fastmovers/slowmovers
3. Hoeveel omzet maak ik
4. Geen idee

Wat is een vast locatiesysteem?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is een vlonder?

1. 
2. 
3. 
4. 

Fulfillment slaat het meest op:

1. Omzetbeheer
2. Personeelsbeheer
3. Voorraadbeheer
4. Staatsbosbeheer

Een recyclebare verpakking wordt aangeduid met:

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is een intern transportmiddel?

1. 
2. 
3. 
4.