Oefenvragen Kennistoets

Oefenvragen Kennistoets
vrijdag 7 juli 2023: Kennistoets 3 van periode 4 

Leerstof
Farmacotherapie H23 Schildklier
Farmacotherapie H17 Diabetes mellitus
Medische hulpmiddelen H4.2 en H7.2



1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FPMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenvragen Kennistoets
vrijdag 7 juli 2023: Kennistoets 3 van periode 4 

Leerstof
Farmacotherapie H23 Schildklier
Farmacotherapie H17 Diabetes mellitus
Medische hulpmiddelen H4.2 en H7.2



Slide 1 - Diapositive

Wat is er aan de hand bij diabetes type 1?
A
Alvleesklier maakt GEEN insuline
B
Alvleesklier maakt te veel insuline
C
Alvleesklier maakt weinig insuline
D
De cellen zijn meer gevoelig voor insuline

Slide 2 - Quiz

Wat is de werking van insuline?
A
Verhoogt het bloedsuikergehalte
B
Verlaagt het bloedsuikergehalte
C
Maakt cellen gevoeliger voor glucose
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quiz

Wat zijn klachten van diabetes type 1?
A
Veel energie
B
Overgewicht
C
Moeheid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

Wat zijn late complicaties bij diabetes?
A
Goed gezichtsvermogen
B
Hoog risico op hart- en bloedvaten
C
Lager risico infecties
D
Meer gevoeligheid voeten

Slide 5 - Quiz

Wat is de werkingsduur van een kortwerkend insuline?
A
2-4 uur
B
6-8 uur
C
8-10 uur
D
10-12 uur

Slide 6 - Quiz

Wanneer gebruikt de diabetes patiënt een kortwerkend insuline?
A
Als je wakker wordt
B
Ongeveer 15 minuten voor het eten
C
Paar uur na het eten
D
Voor het slapen

Slide 7 - Quiz

Wat is de werking van insuline?
A
Heeft een bloedglucose verhogende werking
B
Regelt de omzetting van glucose in vetten
C
Zorgt voor omzetting gycogeen naar glucose
D
Zorgt voor omzetting glucose naar glycogeen

Slide 8 - Quiz

In welk orgaan wordt insuline gemaakt?
A
Alvleesklier
B
Bijnier
C
Hypofyse
D
Nier

Slide 9 - Quiz

Wat is de werking van Metformine?
A
Cellen worden gevoeliger voor glucose
B
Maakt cellen gevoeliger voor insuline
C
Maakt insuline aan
D
Zorgt voor opslag glucose

Slide 10 - Quiz

Wat is een bijwerking van Metformine?
A
Duizeligheid
B
Hongergevoel
C
Misselijkheid
D
Toename vitamine B12

Slide 11 - Quiz

Wat is de werking van gliclazide?
A
Alvleesklier maakt glucagon aan
B
Geeft meer insulineresistentie
C
Stimuleert de productie van insuline in de alvleesklier
D
Werkt tegen duizeligheid en misselijkheid

Slide 12 - Quiz

Wat is juist over diabetes type 2?
A
Alvleesklier maakt geen insuline meer aan
B
Alvleesklier maakt onvoldoende insuline aan
C
Behandeling gericht op gebruik insuline
D
Wordt vaak op jonge leeftijd ontdekt

Slide 13 - Quiz

Wat is stap 2 bij de behandeling van diabetes type 2?
A
Alleen insuline
B
Gliclazide en insuline
C
Metformine en gliclazide
D
Metformine en insuline

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN late complicatie van diabetes?
A
Diabetische voet
B
Hartfalen
C
Oogaandoening
D
Nierafwijking

Slide 15 - Quiz

Stelling 1- diabetes type 2 kan ontstaan door insulineresistentie
Stelling 2- je hebt meer risico op een herseninfarct bij diabetes
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

Tot welke farmacotherapeutische groep hoort Glibenclamide?
A
Biguaniden
B
DPP-4-remmers
C
Insulines
D
Sulfonylureum derivaten

Slide 17 - Quiz

Wat is de belangrijkste bijwerking van insuline?
A
Duizeligheid
B
Gewichtstoename
C
Hypoglykemie
D
Misselijkheid

Slide 18 - Quiz

Tot welke farmacotherapeutische groep hoort Sitagliptine?
A
Biguaniden
B
DPP-4-remmers
C
Insulines
D
Sulfonylureum derivaten

Slide 19 - Quiz

Welke geneesmiddel wordt gegeven bij een veel te laag bloedglucosegehalte?
A
Glucagon
B
Insuline
C
Metformine
D
Tolbutamide

Slide 20 - Quiz

Tot welke farmacotherapeutische groep hoort Actrapid?
A
Biguaniden
B
DPP-4-remmers
C
Insulines
D
Sulfonylureum derivaten

Slide 21 - Quiz

Welke groep geneesmiddelen kunnen een hypoglykemie maskeren?
A
Antibiotica
B
Beta-blokkers
C
Corticosteroïden
D
Orale anticonceptiva

Slide 22 - Quiz

Waar moet je op letten bij gebruik metformine?
A
Maag-darmklachten
B
Nierfunctie
C
Vitamine B12 tekort
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 23 - Quiz

Veel succes bij de kennistoets!

Slide 24 - Diapositive