5V - Praten over Poëzie - Paragraaf 2.1 (Gedichten met een vaste vorm)

Praten over Proza
Introductieles
Praten over poëzie
Paragraaf 2.1 - Gedichten met een vaste vorm
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Praten over Proza
Introductieles
Praten over poëzie
Paragraaf 2.1 - Gedichten met een vaste vorm

Slide 1 - Diapositive

Poëzie
Vier mogelijke opdrachten:

1. Schrijf een gedicht
2. Schrijf een gedicht van 10 regels 
3. Schrijf een gedicht van 10 regels over 'reizen'
4. Schrijf een rijmend gedicht van 10 regels over 'reizen' 

Slide 2 - Diapositive

Welke opdracht zou jij kiezen?
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4

Slide 3 - Sondage

Poëzie
  • Kán rijmen, maar dat hoeft niet (denk aan het gedicht 'Wat liefde niet is')
  • Soms houdt poëzie zich wel aan strenge regels, bijvoorbeeld een rijmschema of een metrum 
  • Maakt poëzie beperkter (minder vrijheid), maar is júíst ook goed voor de creativiteit!

Slide 4 - Diapositive

Poëzie
'Op een dorre tak' (17e eeuw)

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond

Naar: Matsuo Basho

Slide 5 - Diapositive

Poëzie
'Op een dorre tak' (17e eeuw)

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond

Naar: Matsuo Basho
Dit gedicht telt één strofe (deel van gedicht, gescheiden van de rest door witregel

Slide 6 - Diapositive

Poëzie
'Op een dorre tak' (17e eeuw)

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond

Naar: Matsuo Basho
Het gedicht is een haiku (kort gedicht van Japanse oorsprong dat bestaat uit drie regels. Iedere regel moet voldoen aan een strikt aantal lettergrepen (5/7/5))

Slide 7 - Diapositive

Poëzie
'Op een groentepaard' (1988)

Een groentepaard sprak tot een vos:
'Radijs, een dubbeltje de bos.'
- 'En wat,' vroeg deze, 'wekt de schijn
dat ik daar dkoper van zou zijn?'
Het paard sprak daarop ruiterlijk:
'Uw koperkleurig uiterlijk.'

Naar: Kees Stip

Slide 8 - Diapositive

Poëzie
'Op een groentepaard' (1988)

Een groentepaard sprak tot een vos:
'Radijs, een dubbeltje de bos.'
- 'En wat,' vroeg deze, 'wekt de schijn
dat ik daar dkoper van zou zijn?'
Het paard sprak daarop ruiterlijk:
'Uw koperkleurig uiterlijk.'

Naar: Kees Stip

Slide 9 - Diapositive

Poëzie

Slide 10 - Diapositive

Poëzie
Dit gedicht is een ollekebolleke
(eigen variatie op het puntdicht van Drs. P.):

  • Acht versregels
  • Twee strofen van elk vier regels
  • Eerste drie regels van strofe: 6 lettergrepen
  • Laatste regel van strofe: 4 lettergrepen
  • Regel 4 en 8 moeten rijmen
  • Regel 1 is vverzuchting of uitroep
  • Regel 2 moet onderwerp worden genoemd
  • Regel 6 moet bestaan uit één zeslettergrepig woord 
  • (klemtoon daarvan op vierde lettergreep)
  • In de laatste regel (een (woord)grapje).

Slide 11 - Diapositive

Poëzie

Slide 12 - Diapositive

Poëzie
Die boom (Naar: Leo Vroman) 

Er groeit nog in ons Paradijs
een vreselijke boom.
Zijn stam is grauw, zijn bladgroen grijs:
de boom der kennis van het atoom.

Zijn loverwolk van stof en gas
verduistert onze lucht.
Wij allen ademen de vrucht
van dit verdoemd gewas.

O hadden wij geweten wat
er binnen onze schedel zat
men kroop te elfder stonde

terug over dit levenspad
naar toen de slang nog poten had
en bijbels niet bestonden.








Slide 13 - Diapositive

Poëzie
Die boom (Naar: Leo Vroman) 

Er groeit nog in ons Paradijs
een vreselijke boom.
Zijn stam is grauw, zijn bladgroen grijs:
de boom der kennis van het atoom.

Zijn loverwolk van stof en gas
verduistert onze lucht.
Wij allen ademen de vrucht
van dit verdoemd gewas.

O hadden wij geweten wat
er binnen onze schedel zat
men kroop te elfder stonde

terug over dit levenspad
naar toen de slang nog poten had
en bijbels niet bestonden.








Het gedicht is een sonnet (gedicht van 14 versregels - twee kwatrijnen en twee terzinen - met een vast rijmschema en soms een wending of volta)

Slide 14 - Diapositive

Welk gedicht of versvorm vond je het mooist?
Haiku ('Op een dorre tak')
Puntdicht ('Op een groentepaard')
Een van de ollekebollekes
Sonnet ('Die boom')

Slide 15 - Sondage

Aan de slag!
Praten over poëzie - 2.1 Vaste vormen
Bladzijde 48 t/m 55

  1. Maak vraag 1 t/m 21 (t/m p. 53)
  2. En/of: schrijf een eigen gedicht (Haiku, ollekebolleke, puntdicht, sonnet) 

Tijd: de rest van deze les

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Praten over poëzie - 2.1 Vaste vormen

  1. (Maak vraag 1 t/m 21 (t/m p. 53) in NN Literatuur)
  2. Noteer je naam op het schriftje 
  3. Schrijf een eigen gedicht (Haiku, ollekebolleke, puntdicht of sonnet) in je schriftje (+ datum)
  4. Ga op zoek naar een mooi gedicht (bijv. op de Instagrampagina 'Poëzie is een daad'). Neem het gedicht over in je schriftje en schrijf eronder waarom je het mooi vindt (+ schrijver gedicht en datum)

Tijd: de rest van deze les

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo