11 erfelijkheid 11.2 chromosomen doorgeven

11.2 Chromosomen doorgeven


Je beschrijft hoe chromosomen in een bevruchte eicel terechtkomen.

Je beschrijft hoe het komt dat geslachtscellen 23 chromosomen hebben.

Je legt uit dat al je cellen dezelfde chromosomen hebben.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

11.2 Chromosomen doorgeven


Je beschrijft hoe chromosomen in een bevruchte eicel terechtkomen.

Je beschrijft hoe het komt dat geslachtscellen 23 chromosomen hebben.

Je legt uit dat al je cellen dezelfde chromosomen hebben.

Slide 1 - Diapositive

Begrippen

Bevruchting
Meiose/reductiedeling
Mitose

Slide 2 - Diapositive

Bevruchting = Het samensmelten van de kernen van de eicel en zaadcel.  

Slide 3 - Diapositive

De zaadcel bepaalt het geslacht (geeft X of Y door).

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Meiose/ reductiedeling
= Celdeling waarbij geslachtscellen worden gevormd. Dit vindt plaats in de geslachtsorganen (zaadballen en eierstokken).

Normale lichaamscel : 46 chromosomen
Geslachtscel : 23 chromosomen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Meiose tekenen

Slide 9 - Diapositive

Mitose
= Het delen van een gewone lichaamscel

Uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen

Slide 10 - Diapositive

Mitose tekenen

Slide 11 - Diapositive